Zorgvliet De dijken lopen dood en op de dijk de wegen. Basalt, het Fort der Zuchten, de vlakte waar de doodvermoeide vogels rusten, de zoute rotting der wateren die in zich zelve keren, met in het nieuw verschiet de hellezang van luchten, een klacht die over akkers jaagt: vliet hier de zorg? Een zoute storm hoedt de legende. Wat men eens zoeken kon, is hier gevonden: het glazen dak boven de schilderijen, het wit bepoederde kasteel, pinakels, torens, de wapperende vaan op huis en tuin, de beelden in hun plooienspel, de boden van de oogst, de geuren van de herfst. Een spel van schimmen rond het goud van Suez. De broze schaduwen: de chatelain, in crinoline de dansante pas van de gravin, zonder gebaar de smalle jongen in de serre, de aarzelende klanken die verwaaien door de bomen, de dijk op, de stroom, de zee, het grote water tegemoet. Herinnering strijkt het verleden glad. De beelden neigen en jagen de jongen in hun spel de witte bruggen over naar de koepel uit Parijs. Cupido schiet in de schaduw der ruïne zijn snelle pijlen. Waar zal hij schuilen, is de wind een bondgenoot, voeren de vogels hem het warme voorjaar in? Het onweer van de tijd slecht van de tijd de droom. Wie zoekt vindt zorg, de loden last, ijlende angsten in de kelders, het hoge huis verwoest. Het leven is gebleven voor de beelden. De tijd brengt oogst na oogst, de geuren van de herfst. Ziet in het nieuw verschiet de luchten kleuren en de vogels vluchten. Te Ellewoutsdijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2008 | | pagina 175