de maatschappij. De toren is het middelpunt, de antenne van de wereld geworden.
Ook de lage paviljoens zijn zeer eenvoudig van vorm en allemaal bekleed met een
dunne laag grijs cement, zodat de onderliggende bakstenen er nog lichtjes doorheen
schijnen, alsof ze een isolatie nodig hebben. Een scherm naar de omgeving. Binnen
is er evenveel helderheid en lichtheid als in het torenpaviljoen, zij het met wat minder
uitzicht. Alles ademt rust. Ook buiten, in de hof die door de aanwezigheid van grote
bomen met daartussen de vlakke grasvelden, de vijver en de begroeide taluds, een
veilige haven maakt voor de bezoekers, kunstenaars en hun werk. Die kunst zal de
onrust brengen. Er is een paviljoen voor gastkunstenaars in rechthoekige vorm, aan
de achterzijde ingewerkt in de omringende geluidswal. Diametraal daartegenover,
aan de verre andere zijde van het eiland, staat het opslagpaviljoen, meegebogen met
de snelweg, zich flexibel voegend in de plattegrond. Dan is er nog een cirkelvormige
woning, die als een pacman aan de tuinzijde een open kwart heeft. Hieraan gekop
peld ligt een grote houten vlonder over de vijver in het midden van het complex.
Hoge glazen deuren kunnen het open kwart dichtzetten, zodat de cirkel van het huis
gesloten is. In de gevel komen op onverwachte momenten de symbolen en - weer
voor. Op die wijze is de relatie met het eerdere werk van Van Munster altijd in het huis
aanwezig. Als laatste de I en de K, samen IK, waarin de Stichting IK straks exposities
gaat organiseren, staat nog slechts in de ruwbouw: een hoopvol stalen skelet op
een betonnen vloer. Nu al is dit een prachtig podium voor beeldende kunst die het
buitenklimaat verdraagt, zoals ook tijdens de openingsact van Dies Ie Due en Loek
Grootjans op 21 juni jl. is gebleken. De ijle klanken van Le Due en de grote woorden
van Grootjans debiteerden op dat moment al virtuoos de rijke toekomst van dit po
dium, dat door het aanwezige publiek met tientallen tegelijkertijd werd opengeknipt
en toevertrouwd aan de samenleving.