Walcheren voor 1944
fïlenselijhe ontwihheling in bouwmethoden
publiek' zich niet thuisvoelde tussen de eigentijdse gebouwen die overal verrezen en
die menigeen verontrustten.
Er was bovendien een kloof ontstaan in de architectuurwaardering tussen de mensen
voor wie men bouwde en de vakgemeenschap. Onder vakgenoten is er bijvoorbeeld
weinig waardering voor het werk van Steiner-epigonen met hun moeilijk in te richten
ruimtes, onbestemde kleuren en ramen die zo onbeholpen scheef zijn dat het ophangen
van een gordijntje tot onoverkomelijke problemen leidt. Toch koos het publiek de Gas
unie in Groningen - de peperdure kantoortoren van zo'n Steiner- epigoon - tot 'beste
gebouw aller tijden', vóór Zonnestraal van Duiker, de Van Nelle-fabriek van Brinkman
Vander Vlugt en vóór de Domtoren van Utrecht of het Stadhuis van Veere.
Ik wil proberen in dit artikel iets te zeggen over de bouwpraktijk in Walcheren,
rond de laatste eeuwwisseling. Walcheren dat ik als kind heb gekend, vóór de over
stroming in 1944, met z'n meidoornhagen, z'n 'landjes', z'n gele korenvelden en
lichtblauwe vlasvelden, z'n Manteling achter duinen, strand en zee, z'n onbedorven
dorpen en - in die tijd - gebombardeerde Middelburg. Walcheren, waar in de verte
de 'geknakte' Willem Ruys overal bovenuit torende, op de helling van De Schelde in
Vlissingen.
Walcheren dat 60 jaar later nog steeds een betoverend eiland is, met bomen zo hoog
dat je de inundatie van 1944 vergeet, maar met zoveel nieuwe gebouwen dat de
bestaande - herinnerde bebouwing - haast wordt overwoekerd.
Het eiland wordt daar niet mooier van, het dreigt zelfs geheel 'volgemorst' te wor
den. Ook kun je vraagtekens zetten bij de gekozen vormen waarin het meeste werd
gebouwd.
Het is boeiend om te proberen te ontdekken of de beoordeling van gebouwen kan
worden geobjectiveerd. Ontdekken in de letterlijke zin van het woord: ont-dekken:
onthullen, blootleggen.
Ligt er iets ten grondslag aan architectuur dat logisch, consequent en begrijpelijk is,
dat noodzakelijkerwijs tijd- en plaatsgebonden is en dat al die eigenschappen uit
straalt. Kun je ontdekken hoe architectuur zou moeten zijn, opdat ze past op z'n plek
en in z'n tijd, dienstbaar is en daarmee voor de mensen - 'het publiek' - overtuigend
en aanvaardbaar is.
Alle vormen van leven zoeken bescherming. Dat is een eigenschap die ook ten
grondslag ligt aan bouwen. Het wonderlijke is dat primitieve wezens soms de fraaiste
bouwwerken maken. De schelp als bescherming voor een weekdier kan de vorm van
de mooiste gebouwen overtreffen. Een koraalrif lijkt op een levendige stad. De ons
bekende mierenhoop is een wonder van organisatie, maar een Afrikaanse termieten
heuvel is bovendien een briljant, ingewikkeld bouwwerk. Nesten van vogels - de ene
vogel maakt ze veel gecompliceerder en vakkundiger dan de andere - zijn verrassende
bouwsels. Bijen maken jaloersmakende voorbeelden voor naar structuurzoekende ont
werpers. De das maakt z'n burchten en de bever onbegrijpelijk slimme waterwerken.