Voor het eerst werd de draagkracht van ijzer volledig uitgebuit, na fascinerende voor
beelden diep in de negentiende eeuw bij bruggenbouw en de avant-gardistische
Eiffeltoren uit 1889. De onbeperkte mogelijkheden van bouwen met glas en beton
werden begrepen en volledig benut. Omdat ook de functie veel scherper werd geana
lyseerd, kon men met de traditie breken en straalden de gebouwen uit waarvoor ze
dienden. Het leverde hoogtepunten in de bouwkunst als Sanatorium Zonnestraal in
Hilversum en de Van Nelle-fabriek in Rotterdam. De geweldige sprong die het 'Nieuwe
Bouwen' kon maken, kwam mede doordat men nu voor hetzelfde geld veel meer kon
realiseren dan daarvoor.
De tragiek van het Nieuwe Bouwen is dat men niet verder ging met méér en béter
bouwen voor hetzelfde geld, maar hetzelfde voor minder. Dit goedkoper bouwen zag
er ook goedkoper uit, om niet te zeggen kaal en schraal - vaak zelfs kil en lelijk.
Het wereldberoemde Guggenheimmuseum van Gehry: 'het zette Bilbao op de kaart',
maar zowel als museum als een nieuwe richting in de architectuur een misleidend
product.
Hierop kwam reactie.
Niet alleen - zoals men hopen en verwachten zou - door het op uiterste wijze uitbuiten
van de nieuwe techniek, maar door terug te grijpen naar oude vormen.
Het begon met het zogenaamde postmodernisme, waar met huidige technische mo
gelijkheden klassieke vormen, zelfs met zuilen en timpanen werden gebouwd. Het
vond z'n voortgang in de retrostijl, waarbij de uit de dertiger jaren nagebouwde vil
laatjes als toppunt van gelukzaligheid aan de man worden gebracht.
Daarbij ga ik voorbij aan een richting die de architectuur is ingeslagen en die door de
officiële kritiek en in de architectuurbladen als dé richting wordt geduid. Als voorbeeld
kies ik het museum van Gehry in Bilbao, door menigeen oprecht bewonderd. Eerder