de stijgende energieprijs is Pechiney in 2003 verkocht aan het Canadese Alcan en in 2006 doorverkocht aan een Britse private equity onderneming. Het bedrijf ging door onder de naam Zeeland Aluminium Company (Zalco). De afhankelijkheid van energie en grondstoffen dwingt global players om positie te kiezen. Aardgas komt voor een groot deel uit Rusland. Het zou Engelhardt niet verbazen als energievragers daar door aangetrokken worden. Arcelor Mittal in Gent, het vroegere Sidmar, verwerkt? zes miljoen ton ruwe erts. Hoe lang nog? De kans is groot dat door wereldwijde verschuivingen in de toekomst meer halffabrikaten worden aangeleverd. Dat betreft wel een veel kleiner tonnage. Een deel van de goederenstroom valt dan weg. Voor Zeeland Seaports is het belangrijk te weten dat er een herschikking plaatsvindt in de grondstoffenposities. China is heel druk en intelligent bezig om grondstoffenposities in Afrika zeker te stellen. Een groot deel van de staalproductie is niet alleen voor China bestemd, maar vindt ook plaats in China. In Japan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten bevinden zich grote spelers in de staalproductie. Zij bepalen de markt. Om het toch voor productiebedrijven mogelijk of zelfs aantrekkelijk te maken om in de Zeeuwse haven een locatie te houden of zich er nieuw te vestigen, probeert Zeeland Seaports ook in te zetten op de energiemarkt, aanvoer van gas en vooral kolen en cokes, maar straks ook biomassa. Biomassa is in feite opgeslagen zonne-energie in algen of in plantjes. Onder invloed van tijd en druk kan het uiteindelijk aardolie of steenkool worden. Maar als er wordt ingegrepen in de bovenste laag van die keten, kan daaruit de nodige energie worden gehaald. Biomassa zou weieens een belangrijke goederen stroom kunnen worden. We bedoelen niet alleen algen, maar ook plantaardige oliën, houtpallets, dierlijke meststoffen. Er vindt nu een maatschappelijke discussie plaats, gerelateerd aan voedselbeschikbaarheid en voedselprijzen, maar dat is een schijndis cussie die de belangen van grote spelers op dit terrein maskeert en een prijsverhoging legitimeert. Het zou heel anders georganiseerd kunnen worden. Volgens Engelhardt is juist biomassa een mogelijkheid om rijkdom op een wat andere manier te verdelen. Nu zijn het de oliesjeiks die op een beperkte oppervlakte met oliebronnen enorme rijkdommen hebben vergaard. En dat de verbinding van stijgende voedselprijzen met biomassaproductie te maken heeft, vindt hij onzin. Het gaat om drie procent van het totale landbouwareaal. En nu is er ook veel agrarische productie zonder voed- selbestemming, bijvoorbeeld katoen en vlas, maar ook andere agrarische producten verdwijnen niet in mensenmagen. Er is berekend dat er 60 miljoen ton biomassa naar Nederland zou kunnen komen. Als de Zeeuwse havens daarvan eens tien procent zouden kunnen binnenhalen, levert dat een behoorlijke goederenstroom op. Duurzaam ruimtegebruik, duurzame industrie en duurzame logistiek moeten de pijlers zijn onder de Zeeuwse haven, zegt Engelhard. Duurzame industrie is sterk in optima lisatie van koppelingen: de reststof van de één is de grondstof voor de ander. De bio- based industry, waarover in Zeelandboek 10 geschreven is, is daarvan een voorbeeld. Maar ook hierin zijn er barrières voor de groeikracht. Zo wordt er een biomassacen trale gebouwd die voor een deel op varkensmest draait. Maar van regeringswege is bepaald dat er voor vloeibare producten geen subsidie wordt verstrekt, terwijl er een mestprobleem is dat zo op een efficiënte en duurzame manier opgelost kan worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2008 | | pagina 19