Oplossingsrichting
Bestaat er nog een weg terug? Is het nog denkbaar dat de Zeeuwse dorpen
meer van hun oorspronkelijke identiteit terug krijgen? De benadering uit de Nota
Belvedere van vier ministeries (VROM, OCW, LNV en V&W) biedt hierbij aanknopings
punten.
Met deze nota pleiten de ministeries voor een respectvolle omgang met cultuurhisto
rische waarden binnen ruimtelijke ontwikkelingen, niet door een veto uit te spreken
over veranderingen, ook niet door het verleden onder te schoffelen, maar door te
zoeken naar wederzijds profijt. De strategie die hierbij past is die van 'behoud door
ontwikkeling'. In deze nieuwe, ontwikkelingsgerichte strategie vormt de cultuurhis
torie uitgangspunt voor ruimtelijke planvormingsprocessen. Met een tweeledig doel:
de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren en behoud van het cultuurhistorisch erf
goed.
In Nederland gebeurt veel op het gebied van wonen, werken, reizen, natuur, land
bouw etcetera. De vormgeving van al deze veranderingen is niet alleen een functio
neel vraagstuk, het is ook een kwaliteitsvraagstuk. Vormgeving met respect voor de
cultuurhistorie vergroot de kwaliteit van de inrichting van Nederland.
De ontstaansgeschiedenis laat overal haar eigen karakteristieke sporen achter. In een
wereld waar op elke straathoek dezelfde winkels te vinden zijn, hechten mensen meer
en meer waarde aan de cultuurhistorische eigenheden in hun leefomgeving, maar
meestal niet ten koste van die nieuwe woning, aansluiting op de snelweg of grotere
schouwburg. Een onoverbrugbare tegenstelling tussen meegaan met de tijd en be
houd van de historische identiteit? De dialoog leidt tot onvermoede mogelijkheden.
Cultuurhistorische kwaliteiten kunnen een uniek karakter geven aan ruimtelijke ont
wikkelingen en zo een tegenwicht bieden aan de toenemende eenvormigheid van
onze leefomgeving. Ze dragen bij aan de identiteit die mensen ontlenen aan een
gebied of plek. Zo bezien, fungeren ze als inspiratiebron en kwaliteitsimpuls voor
ruimtelijke opgaven als veranderend waterbeheer, stadsvernieuwing en reconstructie
van het landelijk gebied, waaronder de dorpen.
Het cultuurhistorisch erfgoed kan gebaat zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen. Deze
vormen een nieuwe ruimtelijke drager, voorzien in een nieuwe functie, of geven een
economische impuls voor behoud van het erfgoed. Ook de aanleg van een nieuwe
weg, hoe tegenstrijdig dat op het eerste gezicht ook lijkt, genereert mogelijkheden
voor de (her)ontdekking van cultuurhistorische waarden. Zo kunnen dorpen als Sint
Laurens of Serooskerke, die nu nog onderdeel vormen van het rijkswegennet of direct
hieraan zijn gekoppeld, als gevolg van de aanleg van de nieuwe N57 hun dorpse
identiteit terugkrijgen.