Zeeuujs maritiem UluZEEum
ZL
Lampsinshuis
Veronica Frenks
Op de Schelde glijdt een loodsbootje langs een grote tanker. De klanken van het ca
rillon van de Sint Jacobstoren verwaaien over de rode stadsdaken. Het weemoedig
geroep van de meeuwen klinkt vertrouwd in de veranderende stad. Vanaf het torentje
van het Lampsinshuis is Vlissingen te overzien.
Aan de haven op de Nieuwendijk ligt het Zeeuws Maritiem MuZEEum. Het is één van de
statigste panden van Vlissingen, samengesteld uit oude en nieuwe elementen. Binnen
is verrassend vormgegeven aan de relatie van de Zeeuwen met de zee, zowel vroeger
als nu. Het gaat over werk, over gevaar, avontuur, over de schoonheid van de zee.
De objecten variëren van opgedoken flessen wijn en zilverstaven uit een zeventiende-
eeuws wrak tot hedendaagse schilderijen. Er zijn plekken waar kanonschoten bulderen,
zalen met schilderijen en objecten uit een levendig verleden, er is een stille tuin waar
je in rust de opgedane indrukken kunt verwerken, of het dakterras waar de wind ge
dachten weer lucht geeft.
De kern van de collectie bevindt zich grotendeels in het Lampsinshuis, dat ge
bouwd is met het geld dat zeevaarders (zoals Michiel de Ruyter) binnenbrachten voor
de redersfamilie Lampsins.
Het is een huis dat voor die tijd erg modern was, gebouwd in de stijl van het Hollands
classicisme, dat ontleend is aan de Italiaanse Renaissance. Wie het Lampsinshuis heeft
ontworpen en gebouwd, weten we niet, maar de stijl doet denken aan het Maurits-
huis in Den Haag, gebouwd door Pieter Post en Jacob van Campen. Lange tijd is het
Lampsinshuis in eigendom gebleven van de nazaten van de gebroeders Cornelis en
Adriaan Lampsins die het in 1641 hadden laten bouwen. In 1730 werd het samen met
het pakhuis aan de Nieuwstraat 26 verkocht aan de familie Van Hoorn. Rond 1750
verving Van Hoorn de windwijzer op de toren door de huidige eenhoorn, vermoedelijk
als verwijzing naar de familienaam. In de Napoleontische tijd werd het stadspaleisje
door de Franse overheid in beslag genomen ten behoeve van het Loodswezen, dat
toen onder de verantwoordelijkheid van de Franse marine viel. Na de Franse Tijd vond
het Nederlandse Loodswezen er onderdak; in die hoedanigheid kennen veel loodsen
en andere Vlissingers het gebouw nog. Na privatisering van het Loodswezen en het
vertrek van Rijkswaterstaat uit het gebouw (1995) werd een nieuwe bestemming ge
zocht. Geen betere dan die van maritiem museum, omdat deze plek met al zijn vezels
verbonden is met het werken op zee.