deren is nogal moeizaam, het perspectief klopt niet, maar toch is het boeiend. Het
is uniek, omdat het één van de twee schilderijen is die we in Zeeland kennen met
een tuin van een Zeeuws buiten uit de zeventiende eeuw Het geeft een beeld van
één van de eerste buitens in Zeeland die geen eigendom waren van een vorst. Het
was aan het begin van de zeventiende eeuw nog ongebruikelijk in de Nederlanden
dat rijke kooplieden of ambtenaren buitenhuizen lieten bouwen. Huygens was één
van de eersten, toen hij Hofwijck bij Den Haag ging bewonen. De rijke redersfamilie
Lampsins liet al in 1633 een groot buiten bouwen; later kwamen er nog twee bij,
zodat alle kinderen een prestigieus huis op het land bezaten. Of het schilderij de
waarheid benadert, weten we niet helemaal zeker. Het lijkt er wel op, omdat we het
kunnen vergelijken met een gravure in de Cronyk van Smallegange. We zien op het
Familieportret van Margaretha Lampsins, geboren Sautijn (1726-1805), Apolonius
Jan Cornells Lampsins (1754-1834) en Constantia Catharina Munter (1684-1768), Jan
Palthe, 1758, 209 x 140. Collectie: MuZEEum.
schilderij naast de boomgaard een tuin waarin enkele figuurtjes lopen. Er zijn veel
aardige details, zoals het figuurtje bij de deur dat de wereld inkijkt. Lampsins was niet
gespeend van ijdelheid. Hij heeft zich laten schilderen in het koetsje op de voorgrond.
De onderzoeker die me vertelde over het bijgeschilderde wapen, liet me zien hoe er
voor de koets, waar oorspronkelijk twee paarden voor liepen, later nog twee paarden
zijn bijgeschilderd. Ook dat is een teken van ijdelheid, want het aantal paarden voor
de koets vormde een statussymbool. Prins Maurits, tijdgenoot van C. Lampsins, had
recht op zes paarden voor zijn koets.