Scheepswrak
Achter de schermen
maar brengen ook kennis in. Het is een plek geworden waar veel kennisuitwisseling
plaatsvindt", zegt Weber, die altijd weer de situatie naar zijn hand weet te zetten en
creatief met moeilijkheden omgaat. Ook de Vrienden van het MuZEEum spelen daarin
een belangrijke rol. Weber: "Er zijn veel mensen die ons een warm hart toedragen
en niet alleen bereid zijn om een bijzonder object voor de collectie aan te schaffen,
maar die ook letterlijk de handen uit de mouwen steken als we eens onverwacht in
de problemen zitten. Vorig jaar stond hier een tiental mensen de onderdelen voor een
tentoonstelling te schilderen
Of we nu praten over de collectie, het gebouw, de organisatie, overal zitten
verhalen achter. Bij binnenkomst valt de enorme wand met roestige platen op, grote
stalen platen, geroest, gebutst, gedeukt, hier en daar aan elkaar geklonken. Het zijn
restanten van de scheepshuid van een schip dat vergaan is voor de kust van Vlissingen.
Fascinerend om te zien. Dat is elke keer het knappe: een esthetische wereld, die extra
diepte krijgt door de verhalen erachter. Weber ziet het liever andersom: "We vertel
len verhalen en die moeten uitdagend geïllustreerd worden met objecten." Wie weet
dat op 2 februari 1926 in dichte mist een zware aanvaring plaatsvond tussen een
inkomend vrachtschip, het stoomschip de Whimbrel en de afvarende Marloch, een
gecombineerd vracht- en passagiersschip, voor het Roeiershoofd, vlak voor het Mu
ZEEum, kijkt toch anders. Het schip is snel na de aanvaring gezonken. De 22 beman
ningsleden werden ondergebracht in Hotel Noordzeeboulevard. Twee sleepboten uit
Vlissingen, de Humber en de Larissa, verleenden assistentie aan de Marloch. Jarenlang
lag De Whimbrel voor de kust. In juni 1926 werd het wrak provisorisch geborgen,
maar een groot deel bleef op de bodem liggen. Kort na de Tweede Wereldoorlog
werd geprobeerd de resten van het wrak met dynamiet te verwijderen. Tijdens de ex
plosies stonden de huizen op de Boulevard te schudden, waarop de burgemeester het
gebruik van dynamiet verbood. In 1980 zou de Whimbrel opgeruimd worden, maar
deze keer lagen de Boulevardbewoners dwars: het gebruik van springstoffen zou te
veel overlast geven. Pas in 1999 werd het wrak echt opgeruimd. Bij de lading zaten
tientallen Singer naaimachines die hun bestemming nooit hadden bereikt. Wie zoekt
bij de schatten in de kelder, vindt er zeker een aantal terug.
Bezoekers hebben geen weet van wat zich achter de schermen afspeelt, maar
ik mag mee de zijtrap op naar de burelen van het kunst- en geschiedenisbedrijf. Er
blijken hier veel meer mensen te werken dan gedacht. Iemand moet de financiële
situatie bijhouden en bijsturen, de post beantwoorden, en er zijn reparaties te ver
richten. Fort Rammekens, ook in beheer van het MuZEEum, moet bemand worden
en er moet iemand zijn die daar de culturele activiteiten coördineert. Een uitgekiende
klimaatbeheersing, een verlichting die de voorwerpen niet schaadt en een optimale
veiligheid voor de objecten en bezoekers maken het MuZEEum tot een museum waar
aan zonder problemen waardevolle objecten kunnen worden toevertrouwd.
Er is in zee een kanon gevonden. Prachtig natuurlijk. Ook daarvoor moeten allerlei