dere kant van de medaille: als ik niet het gevoel heb dat ik aan het enorme repertoire muziek van ongeveer duizend jaar iets toe te voegen heb, dan kan ik wel ophouden. Ik schrijf dus 95% van wat ik schrijf voor mijzelf. Voor mij is bovendien het enige crite rium dat ik er na tweehonderd keer luisteren nog steeds van moet kunnen genieten. Als het mij na tien keer luisteren zou vervelen, is het slechte muziek." Terug naar Bach "Van huis uit heb ik Johann Sebastian Bach niet in mijn muzikale bagage mee gekregen. Het heeft heel lang geduurd voordat ik bij hem terecht kwam, maar de laatste tijd luister ik heel veel naar Bach. Mijn muziek wordt steeds meer polyfoon: alle stemmen zijn even belangrijk. En op het moment datje dat doet, kom je vanzelf bij Bach uit. Zijn muziek zit zo buitengewoon geniaal in elkaar. Verder luister ik ook nog steeds graag naar popmuziek. Niet meer Genesis en Gentle Giant... dat is voorbij, maar ik zoek daarvan wel de 21e-eeuwse varianten zoek. Je hebt in de popmuziek momenteel de post-rock periode, waarin groepen als Sigur Rós langgerekte instru mentale composities spelen; dat vind ik razend interessant." (Sigur Rós is een IJslandse band die zich laat inspireren door klassieke muziek en minimal music, EZ) Je werkt nu tien jaar in Zeeland. Wat vind je van het Zeeuwse muziekleven "Over het Zeeuwse muziekklimaat ben ik eigenlijk wel tevreden. Ik heb als com ponist bijna doorlopend werk; ik krijg voldoende opdrachten van binnen en buiten de provincie. Neem het Requiem 1953 dat uit mijn koker kwam, maar vervolgens uitstekend voor mij is geproduceerd door het Zeeland Nazomerfestival. Een paar voor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2008 | | pagina 267