De goederenstroom bestaat uit papier en cellulose, een halffabricaat waarvan papier
wordt gemaakt. Import hiervan wordt in Vlissingen geregeld: uit Zuid-Amerika en
Canada. In Terneuzen is meer de short-sea-import uit Scandinavië, Portugal en - in
mindere mate - Rusland.
De bulkterminal in Terneuzen richt zich op meststoffen, halffabricaten en complete
meststoffen. Meststoffen komen uit Rusland, via andere Europese landen.
Ook is er export voor basisklanten als Yara en Zuid-Chemie uit Sas van Gent. De
aanvoer van kalizout en fosfaat is bestemd voor de glasindustrie. De grootste leve
ranciers komen uit het Midden-Oosten (Israël en Jordanië) en Rusland. Het Russische
schiereiland Kola met als laadhaven Moermansk is voor Verbrugge belangrijk voor de
fosfaataanvoer.
Verbrugge Terminals verwerkt zo'n twee miljoen ton staal per jaar. Er is zowel import
als export. Een toenemende import is er uit Japan, Korea en China, maar ook uit
Engeland wordt staal geïmporteerd.
Export is er voor DSM Agro. Vanuit Terneuzen gaan er binnenvaartschepen met fos
faat naar België, waar het bij grote klanten wordt gelost. Die duwbakken gaan dan
naar DSM in Limburg en laden daar gereed product. Dat komt dan naar Verbrugge
Terminals en gaat vervolgens naar klanten in Brazilië en Australië.
Staal wordt geëxporteerd voor de ThyssenKrupp Group en voor enkele Franse expor
teurs, waaronder Vallourec. Voor Arcelor Mittal vindt import plaats vanuit Roemenië,
maar ook exportlading vanuit Gent.
Martin Verbrugge: "In al die 'trades' vinden verschuivingen plaats. Europa wordt
steeds minder een producent en steeds meer een importeur. De verhouding import
export is 80-20. We zijn begonnen de import op te bouwen; we streven ernaar de
