Het autopark teit de doorslag. Dat betekent dat het gezelschap van chauffeurs meer internationaal kan worden. De techniek van de satellietnavigatie helpt daarbij een handje: die leidt de chauffeur feilloos naar zijn bestemming. Als de chauffeur dat wil, wordt er rekening met zijn leeftijd gehouden. Als hij bij Trans port Vooruit BV werkt, rijdt hij naar Yerseke en naar België en niet verder. De chauffeur heeft hierin zelf de hand. Er zijn echter ook voorbeelden van chauffeurs die op oudere leeftijd nog graag op Denemarken rijden. Wat een verschil met de chauffeur van net na de oorlog. Als die bij een vistransport- bedrijf werd aangenomen, werd er niet gezegd wat de verdiensten waren. "Begin maar te rijden en zorg voor jezelf", kreeg de chauffeur als boodschap mee. In Bres- kens werd bijvoorbeeld haring geladen voor Cuxhaven. Bij het eerste het beste res taurant in Bergen op Zoom werd dan gestopt en werd er gevraagd of er nog haring nodig was. Zo ging dat. Rauwdouwers die niet op een paar kilometer keken, dat alles hoorde bij het vak. In Breskens was er al snel na de komst van de televisie een grote televisiedichtheid. In die tijd was televisie nog een schaarse luxe. Hoe kwam dat? Bij Siemens Duitsland werden televisies als retourlading meegenomen.... en dan viel er wel eens een televisie van de kar. De chauffeur moest immers voor zichzelf zorgen... Die tijd heeft Jan Oosterbaan niet meegemaakt. Toen hij begon, had iedere chauffeur zijn eigen auto. Als de chauffeur op vakantie ging, stond de auto werkeloos op het bedrijfsterrein. Het autopark van nu is het modernste dat denkbaar is en dat heeft veel geld gekost. De auto's mogen niet stilstaan. Op één auto zitten vaak twee tot drie chauffeurs die constant met de wagen rijden. Een chauffeur kan niet meer zoals vroeger twintig uur aan een stuk rijden. Verre ritten worden geknipt en gekoppeld. Voorbeeld: er wordt geladen in de kop van Denemarken, daarna gaat een Deense chauffeur naar Padborg aan de grens met Duitsland, 400 kilometer.. Dan rijdt er een andere Deen of een Nederlander van Padborg naar het Duitse Haselünne. Daar wordt de wagen overgenomen voor bijvoorbeeld Gent/ Drongen. Vervolgens gaat er een nieuwe chauffeur Frankrijk in. Zo'n rit vergt dan vier chauffeurs. Vroeger deed één chauffeur dat. Vanuit Breskens wordt er naar Zürich met één chauffeur gereden, een afstand van 800 kilometer. De chauffeur gaat na het lossen van de lading tien uur slapen. Dan komt hij terug met bijvoorbeeld escargots uit Straatsburg, of hij gaat vis laden in Frankfurt, of iets in Luxemburg oppikken van het vliegveld, of in Antwerpen bananen laden. Plenty mogelijkheden. De afdeling Planning regelt dat. In Denemarken kunnen de chauffeurs in een hiervoor speciaal ingericht comfortabel gebouw op het terrein in Padborg slapen. De chauffeurs die op Spanje en Italië rijden, slapen in de eigen wagen. Met de auto's moet de Oosterbaan Transportgroep het geld verdienen. Bedrijfs zekerheid is het sleutelwoord. Bewust is gekozen voor het rijden met Scania's. Deze auto's kunnen de strenge winters in Scandinavië met groot gemak trotseren. Veel sneeuw, maar ook twintig graden vorst zijn geen probleem. Een Scania rijdt met ge mak zo'n 800.000 kilometer. Een wagen wordt bij de Oosterbaan Transportgroep vier jaar ingezet en daarna ingeruild. Op het wagenpark moet gerekend kunnen worden: het is allemaal verse handel en vertraging is funest. Er wordt voor de gehele groep

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2008 | | pagina 75