gistieke voorzieningen zoals havens en verbinding met het achterland. Dat laatste zou het reactiveren van de IJzeren Rijn bepleiten. Op dit moment wordt in de Kanaalzone reeds fors geïnvesteerd in duurzame energievoorziening en -opwekking en hieraan gerelateerde industrie. Hierbij is de samenwerking met West-Brabant nuttig, omdat in die regio steeds meer de zogenaamde maintenance-industrie en opleidingen hiervoor ontwikkeld worden. Deze regio kan eveneens, zeker omdat aanvoer van grondstoffen en koelwater ruimschoots voorhanden zijn, een belangrijk energieknooppunt worden, waarbij kolen-, gas-, wind-, zonne- en nucleaire energie bij elkaar te vinden zijn en waarvan de elektriciteit via bestaande en nieuwe hoogspanningsinfrastructuur, met eveneens een grensoverschrijdende connectie, af te voeren is. Voor al deze activiteiten is het nodig dat bedrijfsleven en politiek ferme en consistente besluiten nemen, opdat enerzijds de projecten voortgang kunnen vinden en anderzijds onzekerheden worden weggenomen. Betrokken overheden moeten hierbij vooruit durven lopen op Brussel en Den Haag. Deze besluitvorming ligt deels binnen en deels buiten Zeeland. Het zou al goed zijn wanneer de besluiten aan Zeeuwse kant snel genomen worden. Het gaat hier om infrastructurele kwesties als tunnels, N57, Westerschelde Container Terminal en energie-infrastructuur. Politici aan beide zijden van de grens moeten hun angst voor investeringen die wel in het buurlandgebied worden gedaan en niet meteen in hun eigen land, laten varen. Vanuit DELTA ken ik de samenwerking op het gebied

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2008 | | pagina 86