Hiërarchie
Het uüonder van Ierland
tegenwoordig met subsidies vestigingen in stand houden van onderwijs- of zorgin
stellingen, op plekken waar zij anders geen (economisch rendabel) recht van bestaan
zouden hebben.
Het voorgaande betoog impliceert dat er een hiërarchie bestaat in de omstan
digheden die de economische kracht van een gebied bepalen. Deze hiërarchie wordt
bepaald vanuit de rangorde van knooppunt-, corridor-, en productie-economieën.
Veelzeggend is de blik naar het verleden. Productiegebieden werden gekenmerkt
door dorpen en kleine steden en hadden relatief weinig bewoners. Op knooppunten
waar handel en bewerking van goederen een grote toegevoegde waarde opleverden,
kwamen grote steden en een relatief grote bevolkingsomvang. Hoe groter de toege
voegde waarde, des te sterker de ontwikkeling.
Upgrading van de verkeersstructuren in een gebied zal veel meer economische ont
wikkeling opleveren dan productie-innovaties. Het is echter vaak veel kostbaarder.
Tabel 7. Koopkracht EU per capita (in dollars x 1000 anno 2005)
Ierland
41.1
Zweden
29.8
Denemarken
34.8
Frankrijk
29.6
Oostenrijk
32.5
Italië
28.7
België
31.1
Spanje
25.6
Finland
31.0
Griekenland
22.3
Nederland
30.3
Tsjechië
20.0
UK
30.1
Portugal
19.0
Duitsland
30.1
Polen
13.1
Een interessante casus die het knooppuntenmodel ondersteunt, is de recente
economische ontwikkeling van Ierland. Nog niet zo heel lang geleden was Ierland een
land dat het economisch moeilijk had. Het lag in de periferie van zakelijk Europa. Vóór
de toetreding tot de Europese Unie stond Ierland in het rijtje van armere Europese lan
den, zoals Portugal en Griekenland. Zonder twijfel hebben de leren sterk geprofiteerd
van de toetreding tot de EU. Ierland is inmiddels verreweg het rijkste land van Europa,
gerekend naar inkomen per hoofd van de bevolking. Jaap van Duijn geeft in zijn boek
De Groei Voorbij een overzicht van de koopkracht per hoofd van de bevolking van alle
EU landen anno 2005 (zie tabel 1).
De cijfers leiden tot de constatering dat zich in Ierland een economisch wonder heeft
voltrokken. De hamvraag is dan ook wat men heeft gedaan om er in Europa nu zo met
kop en schouders bovenuit te steken.
De eerste gedachte die opkomt, is dat er enorme innovaties zijn geweest op het
terrein van kennis, ICT, etcetera. Dat is echter helemaal niet het geval. In een ander
staatje uit het boek van Jaap van Duijn wordt per EU-land een index voor innovatie-