ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. i
wij b.v. aan de negentien Zuidneder
landse schoolmeesters en schoolvrou-
wen, die zich in 1591 in verband met
de oprichting van een schoolmeesters
gilde te Middelburg meldden voor het
poorterschap dier stad. Er waren er
bij uit Kortrijk, Thielt, Gent en Door
nik. Laat het zijn, dat verschillende
van deze paedagogische talenten na
enkele jaren verder noordwaarts trok
ken, dan nog is het moeilijk om
anders aan te nemen, dan dat deze
negentien op de vorming van enkele
honderden jonge Zeeuwen belangrijke
invloed hebben uitgeoefend.
lamjin
Perttfjiur, et n
\Jrnpza,m atiinucafoi/q
Z>. Roman fxcJSi c cotutecrat Latu
'icru cyn
atnias
D.Htium
lijfarts van de jonge Prins van Oranje, de
latere stadhouder Willem III. Pieters vader,
Philips Lansbergen (1561 1632) droeg als
astronoom-mathematicus bij tot verheffing
van de wetenschap.
Uit vele andere noem ik alleen nog het ge
slacht Hondius, afkomstig uit Beveren bij
Kortrijk. Een zeer bekende telg van deze
familie was de predikant, dichter en plant
kundige Petrus Hondius (1578?1621), die
zich in de geschiedenis van onze letterkunde
een plaats verzekerde met de beschrijving van
zijn lusthof de Moufeschans.
Naast de tientallen Vlamingen, wier be
tekenis voor het Zeeuwse culturele leven be
kend is, waren er honderden, van wie we
weinig of niets dienaangaande weten. Denken
Na Parma's verovering van Ant
werpen zag het er naar uit, dat de
Honte zou worden, wat zij eertijds
geweest was: grensrivier tussen noord
en zuid. Afgezien van de Vlaamse
kuststad Oostende, bezat de geuzen
partij aan de zuidelijke Scheldeoever
slechts Terneuzen en Biervliet, die
onder het gezag der Gecommitteerde
Raden van Zeeland stonden. In Juli
1586 veroverde Prins Maurits echter
Axel, in 1591 Hulst. Het brugge-
hoofd werd nog vergroot, toen Maurits in
1604 ook Sluis en het land van Cadzand
binnen de tuin der Nederlanden bracht. De
Schelde kwam hierdoor steeds vaster in onze
greep. Maar deze verbetering van de militaire
positie der Republiek was betaald met hon
derden bunders vruchtbaar land, want in het
tegenwoordige Zeeuwsch-Vlaanderen hadden
de Staatsen herhaaldelijk het water als bond
genoot gebruikt.
Tijdens het Bestand begon men de prijsge
geven polders opnieuw te bedijken. Dit keer
geschiedde de bedijking van het noorden uit.
Zo werd een begin gemaakt met de verneder
landsing van een gebied, dat eertijds vol
komen Vlaams geweest was. De Munsterse
vrede bepaalde, dat Staats-Vlaanderen Neder-
8