No. i
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
de Middelburgse fabriek overgenomen door de
N.V. Meelfabrieken der Nederlandse bakke
rijen. Na 1918 werd veel concurrentie van het
buitenland ondervonden door de onbelem
merde invoer, terwijl onze uitvoer door het
buitenland werd tegengegaan. Bovengenoemde
N.V. bezat fabrieken in Rotterdam, Den
Bosch en Middelburg. De eerste werd in 1930
uitgebreid, terwijl de laatste twee als reserve
van dat jaar af werden gebruikt wanneer
Rotterdam overbelast was. Deze maatregel ge
schiedde uit bezuiniging in de concurrentie
strijd. De vrachtkosten naar laatstgenoemde
twee plaatsen lagen n.l. hoger. En al werd
de Middelburgse fabriek in 1931 nog ge
moderniseerd, het kwantum van de N.V. kon
in zijn geheel worden verwerkt door de Rot
terdamse fabriek. Zodoende werd de Middel
burgse fabriek in 1938 buiten werking gesteld.
In 1944 is hij door oorlogsgeweld verwoest.
Van de fabrieken die te Middelburg in de
loop van de beschreven periode zijn ver
dwenen, noemen wij tenslotte nog drie bier
brouwerijen (Luteyn Sc Cie., C. v. Nuys Sc
Cie. en J. S. van Burg) die in 1859 met n
arbeiders werkten; een brandspuitmakerij van
de Gebr. Peek (6 man), een camphinefabriek
(paraffine) van de apotheker W. P. v. d.
Kamer op de Markt; een galonfabriek van
H. E. Baale Wed. Dormaar; een leerlooierij
van de Wed. Fokker en Zn. (20 man); twee
wind-olieslagerijen (Gebr. Tak en van Uye
Cie.) en een zoutziederij (Wed. Boude-
wijnse). Voorts drie kalkblusserijen (Gebr.
Boudewijnse, J. L. van Page, J. Holm); twee
lijnbanen (waarvan een van B. A. Fokker);
verschillende zeilmakerijen; een stoomzuive-
ringsfabriek en een Koninklijke fabriek voor
bedden en matrassen (beiden van D. J. Pen-
nock); een fabriek voor gloeilampen en elec-
trische toestellen met 35 arbeiders (Joh. Bou
dewijnse); een fabriek voor constructie en
reparatie van ijzeren werktuigen met 13 ar
beiders (Fa. van der Klip Sc Jolmers); een
fabriek voor langet, band en koord (Fa. G.
Mes); een fabriek voor hennep-, ijzer draad en
touwwerk (Fa. Wed. B. A. Fokker); een
fabriek voor brandkelders, -kluizen en
-kasten (L. Vogel); een broodfabriek (A.
Jeronimus); twee azijnmakerijen (van J.
Snoep welke nog bestaat en van A. A. Mes
Gzn.); een zuivelfabriek (A. Reynierse); een
instrumentmakerij (J. C. van Oers); een meu
belfabriek (B. Neelmeijer); twee bessenwijn-
fabrieken (A. A. Mes en M. W. Hildernisse);
een pianofabriek met 25 arbeiders (Ant. Mes).
In Vlissingen verdwenen in de beschreven
periode o.m. twee kaarsenmakerijen, een bier
brouwerij en een zeepziederij. Een steenbak
kerij vestigde zich in 1858 in Arnemuiden.
Dit bedrijf was afkomstig van Biervliet. In
1861 werd het reeds opgeheven, daar de klei
ongeschikt bleek te zijn. Volgens Mr L. E. de
Brakke bevond zich omstreeks 1885 nog een
glasfabriek van Melchers en Plasschaert te
Veere, welke later naar Dordrecht is over
geplaatst.
In 1857 bezat Middelburg 5 houtzaag
molens gedreven door de Sociëteit der Zaag
molens met in totaal 14 arbeiders, gelegen aan
de Zaagmolendijk te Nieuw- en St. Joosland.
De molens moesten aldra plaats maken voor
stoomzagerijen, zodat zij intussen na een
faillissement in handen van de firma Den
Bouwmeester, Borsius Sc van der Leyé over
gegaan tussen i860 en 1880 werden ge
sloopt.
Nadat door de firma van den Kamer Sc Cie.
in i860 de eerste stoomzaagmolen was opge
richt telde Middelburg in 1874 vijf zulke in
richtingen n.l. behalve bovengenoemde de
1 Mei van dat jaar uit Veere overgebrachte
firma G. Alberts Lzn. Co. (de „Walche
ren"), twee van de firma de Broekert Sc Co.
en de aan de Zaagmolendijk in dat jaar ge
bouwde „De Snelheid" van Den Bouwmeester,
Borsius van der Leyé. De laatste was ge
legen links aan de Rijksstraatweg naar Nieuw
en St. Joosland en door een kanaal met de zee
verbonden. In totaal werkten op deze fabrie-
23