ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. i
ken (die nog steeds naar hun oorsprong
„molens" heetten; cf. het Engelse „mill" voor
fabriek) ongeveer 70 mensen.
De firma's Alberts en Den Bouwmeester, die
intussen tot grote bedrijven zijn uitgegroeid,
zijn de enig overgeblevenen van het oorspron
kelijke vijftal. In 1903 werd „De Snelheid"
afgebroken, terwijl in 1914 de Fa. De Broekert
werd geliquideerd.
In 1889 pachtte de heer Th. Mace uit New
York een gedeelte van de werf van de voor
malige Ccmmercie-Compagnie teneinde daar
in te richten een fabriek voor „vitrite en
andere procédé's ten behoeve van electrische
verlichting"De geschiedenis van dit bedrijf is
er een van kundig exploiteren van de moge
lijkheden die klaarblijkelijk ook in Middelburg
aanwezig waren. Deze fabriek, die in 1893 in
de N.V. „Fabriek van vitrite en koperen voor
werpen speciaal op electrisch gebied" werd
omgezet, heeft behoudens in de eerste wereld
oorlog en de terugslag na de depressie van
1929 slechts uitbreidingen gekend. Werkten
er in 1890 31 arbeiders, in 1929 werd het
hoogtepunt bereikt met 606 arbeiders en 51
beambten. De productie bedroeg in 1907 on
geveer zzx/i millioen lampenhulzen, in 1929
148 millicen. Dat het bedrijf in sterke mate
is gemechaniseerd en gerationaliseerd blijkt uit
de productie per arbeider, die voor beide
bovengenoemde jaren resp. 90.000 en 240.000
bedroeg. In 1914 werd het bedrijf nog uitge
breid met de pletterij, waar het koperafval
weer bruikbaar werd gemaakt. Deze werd in
1916 overgebracht naar de voormalige hout
zagerij van „De Snelheid" aan de Schoorsteen-
vegerssingel en in 1949 geliquideerd. Het be
drijf stond met zijn internationale afzet voort
durend bloot aan een scherpe internationale
concurrentie. Dit prikkelde de leiding te meer
om de efficiency tot het hoogste peil op te
voeren. Van 1933 tot 1936 volgde een diepe
inzinking door de devaluatie van vele valuta's
met name van de dollar. De gulden werd daar
door een dure valuta, de prijzen van export
producten werden navenant hoger. Het bedrijf
heeft zich echter goed staande weten te houden
en telde begin 1950 ongeveer 450 arbeiders en
So beambten. De productie bedraagt thans
240 millioen hulzen 530.000 per hoofd).
De ijzergieterij Bcddaert Co. te Middel
burg werd door de heren Boddaert en Reigers
berg Versluis in 1850 opgericht. Werkten
er in 1874 14 arbeiders, in 1899 bedroeg
dit aantal 20. In 1907 (en 1909) werd
het bedrijf vergroot, terwijl een loopkraan met
een hefvermogen van 10.000 kg werd aange
schaft, die men in 1913 reeds door één van
20.000 kg verving. Intussen had men in 1907
de stoommachine door een gasmotor ver
vangen. Thans werkt het sterk gemoderni
seerde bedrijf met 90 arbeiders, terwijl een
dieselmotor electrische kracht opwekt.
Tenslotte worden de gasfabrieken te Vlis-
singen en Middelburg vermeld. De tweede werd
in 1854 opgericht door de firma Robbé
Comp. met 20 knechts. In 1881 werd hij als
openbaar nutsbedrijf door de gemeente over
genomen met nog steeds 20 arbeiders inclusief
lantaarnopstekers. Aanvankelijk was de ge
meente voor de verlichting de grootste af
nemer, later werd het gas bijna alleen nog voor
kook- en industriële doeleinden gebruikt. De
Vlissingse gasfabriek is in i860 door de ge
meente zelf opgericht.
Samenvattende kunnen wij opmerken, dat
het economisch aspect van het maatschappe
lijk beeld in 75 jaar een revolutionnaire ver
andering heeft ondergaan. Vooral hierdoor is
de oorspronkelijke industrie-kern in Middel
burg uitgegroeid tot wat men de geïndustriali
seerde zone van het kanaal door Walcheren
zou kunnen noemen, met het accent op Vlis-
singen en Souburg. Zo werkten in 1889 en
1947 in Middelburg respectievelijk 2000 en
2800 mensen in industriële beroepen; in Vlis-
singen respectievelijk 1375 en 3700; Oost
en West-Souburg, in 1889 een onbetekenend
24