ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. i vierd, omdat deze maand het symbool van het nieuwe leven is. Een groen waas vormt een tere symfonie in de wilgenkruinen langs de waterkant. De toverroede van een lieve fee herschept het landschap in een paradijs. In de Meimaand jubelt de lente een cantate. De Germanen vierden de komst van de Mei met grote feesten; het ging er meestal nog al ruw en uitbundig toe, wanneer de Meivuren ontstoken werden. Mc-t de komst van het Christendom werden de gebruiken veredeld, gekerstend. Bij de Meiviering van de Middeleeuwen willen we even langer stilstaan, omdat deze sterk in verband staat met de povere resten van aloude gebruiken, die wij voor Oost- Zeeuwsch-Vlaanderen noteerden. In oude liedboeken, als het Antwerps Lied boek van 1544, treffen ons de vele Mei liederen, die wijzen op de oude gewoonte, dat de minnaar de Mei T) ging planten voor de woning van zijn beminde, of de Mei 1) ging brengen voor haar venster. Ontwekt U zoetelief, wil aan het venster komen Ontvangt de zoete Mei met zijne schone bloemen. Zo lezen we in één der prachtige oude Mei liederen. De rijkdom dezer liederen wijst er op, dat dit gebruik zeer algemeen verbreid en geliefd moet geweest zijn. Het was tevens een welkome gelegenheid voor een schuchtere vrijer om zijn eerste liefdesverklaring af te leggen. Werd „de Mei" vriendelijk geaccep teerd, dan was dit een gunstig teken, soms ook klonk het bits: „Plant uwen Mei daar buten!" In Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen waren tot voor enkele jaren nog schamele resten van deze aloude gebruiken in zwang. Dertig jaar terug waren ze in het Katholieke gedeelte nog algemeen. Het „meizingen" gebeurt nog wel een enkele keer. Op Meiavond trokken de jongelui in groepjes de huizen en boerderijen D.w.z. een bloeiende meidoorntak. af met de korfjes aan de arm voor de giften. Vroeger werden vaak eieren geschonken, later geld. Daarmee ging een deel van het poëtische verloren. Dr de Hullu uit Cadzand deelde me mee, dat hij zich uit zijn jeugd een oud vrouwtje herinnerde, die telken jare op Meiavond haar liedekens kwam zingen: „heel oude liedjes van een minnend paar". In Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen bestond dit gebruik veel langer. Gewapend met rommel pot, later harmonica, trokken de jongelui er op uit en ik ben indertijd zo gelukkig geweest cm een restant van een ongetwijfeld zeer oud en mooi Meilied, zoals dit een tiental jaren geleden nog gezongen werd, te kunnen noteren. En de lente is weer gekomen, Na Pasen komt de Mei; De kruiden en de blaadren Die maken 't jong en blij. En de boeren met hun boerinnekes Gingen wandelen langs het gras; Al in de jeugdige klaveren, Al in het jeugdig gras. En dan horen wij het nachtegaleken, Zijn bekje staat nooit stil, Ze dansen en zij springen Al in de maand April. Op verscheidene plaatsen was het vroeger de gewoonte om op Meiavond een z.g. Mei boom te gaan planten voor het huis van de burgemeester. Het was een grote versierde spar, die vier weken lang bleef staan. Op 't eind der maand werd deze spar feestelijk uit de grond gehaald, onder de vrolijke tonen van het plaatselijk muziekcorps. Te De Klinge, vlak over de Belgische grens, bestaat dit gebruik nog. Een niet minder oud gebruik is het branden van Meivuren, dat ook hier lange tijd in Zeeuwsch-Vlaanderen bestaan heeft, naast de Sint Jansvuren op Sinte Jan, zoals dat vroeger 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1950 | | pagina 28