ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. i zoon van een schepen uit Yperen, zich in Middelburg. Hij werd de stamvader van een aanzienlijk koopmansgeslacht. Altijd op trek naar betere oorden schenen de Boreels. Zij kwamen uit Italië naar Vlaan deren. Ruffin Bourel had zich in de 15e eeuw als lombardhouder in Werveke bij Yperen ge vestigd. Een afstammeling van hem werd pensionaris in St. Anna ter Muiden en diens zoon, Pieter Boreel, kwam als handelaar in vette waren naar Middelburg. Van de drie jongens van Pieter werd er één goudsmid, één predikant en één burgemeester van Middel- Lieven Monstertoren, Zierikzee Foto de Feijter burg. Voeg bij deze tientallen de honderden meest kapitaalkrachtige lieden, die tijdens de troebelen naar Zeeland uitweken. Toen met het sluiten van het Bestand de stroom van Zuidnederlandse vluchtelingen tot staan gekomen was, bleek dat onder de aanzienlijksten der neringdoenden in Zeeland veel Vlamingen en Brabanders waren: de Vlaming Laurens de Maecht had in Middel burg zijn tapijtfabriek, de Brabander Govert van de Haghen zijn glasfabriek. De Lampsins, bestuurders van een Vlissings handelshuis, kwamen uit Oostende, evenals de familie Meuninx, die in Middelburg een rol speelde en de Veltersen, die zich in Veere vestigden. Balthasar de Moucheron, leider van een wereldomspannende handelsonderneming, was in 1585 uit Antwerpen naar Middelburg ge komen; zijn voorvaderen stamden uit Nor- mandië. Werd het stedelijk patriciaat in Zeeland door een Zuidnederlands element versterkt, ook de klasse der kleine luiden, die van am bachtslieden en eenvoudige neringdoenden won er door aan kracht. De controverse tussen de stedelingen en het agrarische deel der be volking werd door de komst van de zuider lingen en de daarmee gepaard gaande stede lijke bloei voorlopig eer verscherpt dan ge matigd. De belangrijkste van de Noordnederlandse raadhuizen uit de late middeleeuwen stonden in Zeeland. Zij onderscheidden zich door een luisterrijke opzet, een voorname allure, die scherp afstak bij het doorgaans meer burger lijk-eenvoudige karakter van de overige Ne derlandse stadhuizen uit dit tijdvak. Het raadhuis van Sluis getuigde vóór de rampzalige gebeurtenissen in November 1944 van de oude glorie van deze Zwinstad. Het was een trotse baksteenbouw, met een door vier hoekspitsen gekroond belfroot, van ver zichtbaar in het vlakke Zeeuws-Vlaamse land. Tot de rijkste en meest monumentale schep pingen uit laat-middeleeuwse tijd behoren de 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1950 | | pagina 8