No. i ZEEUWS TIJDSCHRIFT raadhuizen van Middelburg en Veere. Ook bij het Middelburgse stadhuis is het vooral het machtige belfroot, dat de Vlaamse invloed verraadt, in Veere zijn het veeleer de zes venstertraveeën en de daarboven geplaatste trapgeveltjes. Wat zowel uit het Middelburgse als het Veerse stadhuis duidelijk spreekt, is de representatieve betekenis van deze bouw werken; ook in dit opzicht zijn ze meer Vlaams dan Noordnederlands. Beide schep pingen zijn trouwens het werk van het Mechelse geslacht der Keldermansen, architec ten en steenhouwers. Aan de Middelburgse stadhuistoren werkten, onder leiding van An- toon Keldermans, maar liefst vier leden van de familie: Matthijs Jr., Rombout, Jan en Lau rens. Ook de Lieven Monstertoren te Zierikzee, opgezet als een werkelijk Babelse bouw, is een schepping van twee der oudere Keldermansen, evenals de grote kerk van Veere. Naar Vlaamse trant werden verder de Veerse huizen „Het Lammetje" en „De Gulden Struys" gebouwd (1561) en het huis „In de Steenrotse" te Middelburg. Het laatste was het werk van de Vlaamse steenhouwer Andries de Valckenaere. Het gebouw viel op door de bijzondere rijkdom van details: de uitstekend bewerkte vrouwenfiguren in de zwikken van het deurpcortje en de gebeeld houwde friezen met bas-reliefs: het middelste relief boven de ramen der verdieping beeldde de geschiedenis van Mozes en de rotssteen in Horeb uit. De verdeling van de gevel door smalle verticale stijlen vindt men terug in menige gevel van Brugge en in de gildehuizen van Brussel en Antwerpen, die, fortuinlijker dan de Middelburgse Steenrots, de barbarij van de laatste oorlog overleefden. Op een heel ander terrein, namelijk op dat der letteren, is de Vlaamse invloed op Zeeland niet minder duidelijk aan te wijzen. De be weging der rederijkerij toch is van Vlaanderen via Zeeland naar het noorden gegaan. In Holland en de overige gewesten zijn de rede rijkerskamers cp het eind van de 15e eeuw nog een zeldzaam verschijnsel, in Zeeland vindt men er dan al in Middelburg, Veere, Goes en Reimerswaal. De Goese kamer hield in 1481 al een landjuweel, die van het destijds nog Vlaamse Hulst volgde twee jaar later. „De drie korenbloemkens" van Reimerswaal gaf in 1507 een landjuweel, waaraan zes of zeven Zeeuwse kamers deel namen. Bijna een halve eeuw later, namelijk in 1552, horen we van de eerste Hollandse stad, die een dergelijk feest organiseert en het is stellig geen toeval, dat het de meest zuidelijk gelegen stad van het gewest, Dordrecht, was. Onder de Vlaamse geslachten, die voor goed de Schelde overstaken, waren er verschillende, die het wetenschappelijk leven in Zeeland verrijkten. Ik denk hier aan de Lansbergens, die uit Gent gekomen waren en die in de 17e eeuw als predikanten en medici in Zeeland grote bekendheid genoten. Pieter Lansbergen werd op reeds gevorderde leeftijd in 1651 nog „In de Steenrotse", Middelburg Foto Henn 'ing 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1950 | | pagina 9