No. 2
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
„Het buis Hoogkamer
onder Oud-Vossemeer"
Tee kening in 0. 1. inkt, 26 X 27 cm.,
voorstellende een door grachten omgeven
kasteel me) een hoogen ronden toren en
kleine bolwerken. (Zelandia lllustrata)
„De Hikke" (M. M. Minheere) is vermoedelijk
gesticht in 1796 of 1797 en direct naar de
polder genoemd. Op een bijgebouwtje geven
ijzeren ankers 1799 aan. De plaats, waar deze
hoeve aan de dijk gelegen is, wordt ook wel
„de Batterij" genoemd. Het kruinsverloop is
onregelmatig afgegraven en het heet dat daar
ten tijde van de slag op het Slaak een geschuts-
batterij gestaan heeft.
Met de hoeve Vrijberghe(S. Smits) is het
eigenlijk een wonderlijke geschiedenis. Vrij
berghe is een aparte ambachtsheerlijkheid in
de Gemeente Oud-Vossemeer en ligt in drie
aparte poldertjes Noord-Westelijk van de
Hikkepolder. De boerderij Vrijberghe (naar
het geslacht Vrijberghe dus) ligt echter in de
polder Hikke.
Uit enige omschrijvingen, voorkomende in
de rekening 1528/29 zou men kunnen op
maken, dat er een inlaagdijk noodzakelijk ge
acht werd om landerijen van de Hikke te
houden en dat deze nieuwe dijk op grond van
Vrijberghe (vroeger reeds bedijkt en weer in
gevloeid) kwam. Duidelijk is dit echter niet
voor dit geval, er zou dan eerder sprake zijn
van een „uitleg", dan van een inlage. Een
andere verklaring zou kunnen zijn dat op die
plaats een doorbraak van de Oost-Vrijberghe-
dijk heeft plaats gevonden en deze daarop
teruggenomen is, zodat Vrijberghse grond in
de Hikkepolder kwam te liggen. De boerderij
zal in ieder geval wel op Vrijberghse grond
gebouwd zijn en zo zijn naam verworven
hebben.
Bij de vier kleine polders hebben we slechts
in Leguit en Oud-Kijkuit nog met enige boer
derijen te maken. In Leguit zijn beide grote
boerderijen genoemd naar de polder. West-
Leguit (Wed. Jac. A. Heestermans) wordt ge
noemd in 1581 met als eigenaresse Anna van
Couwerve, weduwe van Mr Jacob van Gelre,
pachter Jan Faesz (van Atten). Oost-Leguit
(J. Boonman) wordt in 1615 in een trans-
portacte beschreven.
In Leguit staat ook nog een kleine boerderij
„de Juffer" (M. Hommel Azn.), welke in 1911
gesticht werd door Me), de Wed. A. van Til-
beurgh. De naamsafleiding zal de lezer door
het cursief zetten duidelijk zijn.
In de Oud-Kijkuitpolder tenslotte ligt de
reeds eerder genoemde hofstede „Karnemelks-
pot" (A. A. Geluk). Deze boerderij wordt in
1618 beschreven en in 1624 als zodanig ge
noemd in een transportacte. De benaming is
naar het Karnemelkspoldertje, ,,'t carnemelck-
lant groot 12 G. 288 R", dat vooruit in de
Eendracht lag, en dat bij de Allerheiligenvloed
van 1570 ondergelopen en nadien niet meer
bedijkt is.
Resteren thans nog de boerderijen in de
Hollare- en Van-Haaftenpolder. De drie boer
derijen in de Hollarepolder zijn misschien
39