No. 3
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
reiding is nodig, omdat dc garnalen niet lang
in goede staat kunnen worden gehouden, en
dus het koken als een soort conservering kan
worden gezien.
Grond in het water
Een bijzonderheid in Zeeland is, dat de
bodem van de Zeeuwse stromen als het ware
in vakken is verdeeld, welke percelen worden
genoemd. Men kan de vraag stellen, op welke
wijze dan die percelen in omvang en ligging
te herkennen zijn. Dat geschiedt door merk
tekens aan de wal en eiken boomtakken in het
water te plaatsen. Langs de oevers van de
Zandkreek bijvoorbeeld kan men vele van die
boomtakken zien.
De Staat is er omstreeks 1870 toe overge
gaan om het gebied der Zeeuwse stromen te
verpachten aan de oester- en mosselvissers.
Vóór die tijd was het een wilde visserij, en
ieder kon vissen waar hij meende dat het net
met een goede vangst boven zou komen. Als
echter een bepaalde mossel- of oestervisser op
een goede plaats in zee mosselen of oesters had
gestort, soms om te laten groeien of ook om
deze in afwachting van verkoop levend te
houden, en een andere mosselvisser maakte
daarvan gebruik om de eigendom van zijn
collega weg te halen, dan was daar niets aan
te doen. Op de duur werd die onderlinge strijd
te erg en moest de Staat ingrijpen. Thans
wordt er door een politieapparaat regelmatig
toezicht gehouden en tegenwoordig bestaat er
practisch geen vrije bruikbare grond meer in
de Zeeuwse wateren.
De verkoop
Deze drie hoofdtakken van visserij hebben
alle één zaak gemeen. Dat is de afzet. "Want
de vissers gaan niet het wijde water op ter-
wille van vermaak. De vangst moet verkocht
worden en geld opbrengen voor het levens
onderhoud. Consumenten heeft Zeeland zelf
veel te weinig. De dure oesters, de goede
mosselen en de beste garnalen, die intussen ook
onbetaalbaar geworden zijn, moeten het van
de export hebben. Hiervoor nu ligt de pro-
De haven van Yerseke met vissersschepen
vincie uiterst gunstig, want van de landen met
de grootste afname, België en Frankrijk, grenst
het eerste aan Zeeland, terwijl Frankrijk vlug
is bereikt. Dit was vooral in de tijd, dat het
vrachtautovervoer nog niet sterk ontwikkeld
was, een groot voordeel. De mosselvissers
brachten toen hun vangsten veelal zelf naar
België per eigen schip. Er heeft zich dan ook
een levendige handel op die landen ontwik
keld, hetgeen weer een werkzaamheid op zich
zelf is. Met als basis toch: de visserij.
Het is daarom ook duidelijk van welk een
ruïneuze invloed de huidige ramp met de
mosselen is, aangevallen als deze zijn door de
mosselparasiet Mytilicola Intestinalis.
Andere visserijen
Er bestaan nog tal van neven-visserijen in
het Zeeuwse watergebied. Bekend is de levende
Thoolse bot, die gevangen wordt door een af
nemend aantal uitsluitend Thoolse vissers.
Meerdere van hen visten nog tot voor kort met
zeilvaartuigen. Zij gaan 's Maandagsnachts
van huis om pas des Vrijdags terug te keren
van het water. Zij verblijven dan in zo'n week
onafgebroken op het water, eten brood van
61