ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3 Roterij met opslagplaats te Haamstede arbeidskrachten en kapitaalbehoefte, maar ook met productievergroting en kostprijsverlaging. Vandaar dat, al naar gelang de omstandig heden, overal in meer of mindere mate een tendentie tot mechanisering aanwezig is. Goede lintprijzen, zoals thans, verschaffen de thuis werkers nog een behoorlijke winst en remmen op die manier de omschakeling. De concur rentie van de Belgische industrie (vooral na de realisering van de Benelux-plannen), met grote en zeer moderne bedrijven, zal te zijner tijd echter wel als stok achter de deur fungeren. Het aantal zwingelmolens op het eiland be draagt thans bijna 200. Zij verschaffen aan bijna evenveel gezinnen een zelfstandig be staan, als regel in combinatie met een land- bouwbedrijfje. De productie per molen be draagt ongeveer 2000 kg lint per jaar wat overeenkomt met een hoeveelheid strovlas van 2 ha. De helft van dit aantal bedrijven be vindt zich in Dreischor, welk dorp van circa 1000 inwoners dus voor een groot deel afhan kelijk is van de vlasindustrie. De andere helft is min of meer gelijk verdeeld tussen Nieuwer- kerk en het overig deel van het eiland. Door dat de eenvoudige installatie in deze dwergbe- drijven meestal geheel is afgeschreven en de vlassers-eigenaars niet terugschrikken van een werkdag van tien uren of langer, wordt dik wijls nog een behoorlijk inkomen verkregen. Het inkomen per inwoner bedraagt in Drei schor zodoende vrijwel het hoogste van het eiland. Desalniettemin is de aantrekkelijkheid van deze wijze van bedrijfsvoering voor jon geren niet groot. Typerend zijn in dit opzicht de cijfers van de gemeente Dreischor, waar 59 van de vlassers 40 jaar of ouder is; voor de manlijke beroepsbevolking van geheel Zee land en Nederland zijn deze percentages res pectievelijk 45 en 42. De vorming van een turbine-onderneming uit een groot aantal zelfstandige dwergbedrijf jes stuit op een groot aantal begrijpelijke be- 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1951 | | pagina 18