Merkwaardige graven in de kerken te Aardenburg en te Sluis ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3 Het is wel een opmerkelijke samenloop van omstandigheden (indirect het gevolg van de oorlogsgebeurtenissen), dat ongeveer tegelijker tijd in Sluis en in Aardenburg onder de grond ontdekkingen zijn gedaan, die voor de culturele geschiedenis van ons land van het hoogste belang zijn. Het betreft hier een bijzondere vorm van grafsteden, kleine gemetselde grafkelders, die nergens anders dan in deze zuidwest-hoek van ons vaderland zijn aangetroffen en die naar alle waarschijnlijkheid ook nergens elders zul len gevonden worden, omdat zij specifiek blij ken te zijn voor de Noordwesthoek van het oude Vlaanderen, waartoe Zeeuwsch-Vlaan- deren tot het begin van de zeventiende eeuw heeft behoord. Bij opgravingen in verband met de restau ratie van de monumentale St. Bavo-kerk te Aardenburg werden deze kelders aan het licht gebracht, evenals te Sluis bij de opsporing naar de fundamenten van de sinds 1811 gesloopte St. Janskerk. Deze rustplaatsen uit de Middeleeuwen binnen de muren van genoemde kerkgebou wen zijn vooral merkwaardig door de primi tieve al fresco beschildering in Gothieke trant uit een tijd toen het schilderen met olieverf nog niet werd toegepast. De graven zelf zijn keldertjes van ongeveer 2 meter lengte en 60 cm breedte, bestaande uit vier gemetselde één-steensmuurtjes, aan de binnenzijde bepleisterd en daarna op eenvou dige wijze versierd, soms met eenvoudige mo tieven, kruisen en blaadjes in zwart en rood, maar soms ook op meer artistieke wijze be schilderd met toepasselijke taferelen en figu ren. Grote arduinstenen plavuizen dienden als grafdeksel. Sommige graven werden leeg bevonden, an dere bevatten nog de resten van de begrave- nen. Van de kisten was geen spoor meer over. De beschildering van de wanden vertoonde bij alle een grote overeenkomst, een stereotiepe kunstvorm zou men willen zeggen. Bij de meest verzorgde, waarin waarschijnlijk dus de belangrijkste personen uit de parochie waren ter aarde besteld, komt aan het hoofdeinde de afbeelding van de Calvarieberg voor, meestal de gekruisigde Christus met O.L. Vrouw aan de linkerzijde van de tekening en St. Jan de Evangelist, Jezus' meest beminde discipel, aan de rechterkant. Aan het voeteneinde is de H. Maagd Maria afgebeeld met het Kindje Jesus op de schoot, geflankeerd door kandelaars met brandende kaarsen. De zijwanden geven allerlei versieringsmo tieven te zien, heel dikwijls een afwisseling van bijzondere kruisvormen en blader- en sterren- rnotieven met engelenfiguren die een wierook vat zwaaien. De waarde van het schilderwerk is qua kunstuiting misschien niet bijzonder groot, maar archeologisch bezien zijn zij van de grootste importantie. Hoe oud de graven precies zijn is nog niet met zekerheid of met voldoende nauwkeurig heid te zeggen. Daarvoor zal men ze moeten vergelijken met de exemplaren, welke in Bel gië eerder zijn gevonden, en waarvan de ouderdom nauwkeurig kon worden vastge steld doordat grafstenen of aangebrachte fa miliewapens hierbij de weg wezen. In Sluis noch in Aardenburg zijn deze aangetroffen. Waarschijnlijk dateren ze uit de jaren 1300 1400, niet eerder, maar misschien wel wat later, omdat deze wijze van grafverzorging, blijkens de elders gevonden exemplaren, in zwang is geweest van de dertiende tot de zestiende eeuw. De Hervorming zal hier ook wel weer een keerpunt hebben veroorzaakt. 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1951 | | pagina 20