ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 4 Het opkomend liberalisme was door de re gering niet minder met argusogen bespied en nauwelijks minder tegengewerkt dan de be weging der afgescheidenen. Het regiem van Koning Willem I was dat van een verlicht despoot. Weliswaar had de vorst zijn volk in 1814 een grondwet beloofd, maar het zou er een zijn, zoals de Franse Charte: een gunst van de monarch, geen recht der onderdanen. De wijzigingen, die de constitutie een jaar la ter onderging in verband met de vereniging met België, brachten hierin geen veranderin gen. Ook de herziening van 1840, bij gelegen heid van de boedelscheiding, droeg een zuiver technisch karakter. In het adres van antwoord op de troonrede van 1843 spraken de Kamers de verwachting uit, dat de Kroon het geschik te tijdstip voor een herziening niet zou laten passeren. Maar een voorstel van de Kroon bleef uit. Daarom diende een jaar later Thor- becke met acht andere kamerleden een voor stel tot wijziging van de grondwet in. Het plan, door Thorbecke en zijn vrienden ter tafel gebracht, behelsde: koninklijke onschend baarheid en ministeriële verantwoordelijkheid, uitbreiding van de rechten der wetgevende macht, jaarlijkse begrotingen, het recht van amendement voor de Tweede Kamer, recht streekse verkiezing van de leden dier Kamer. Stuk voor stuk ideeën, die in het revolutiejaar 1848 gemakkelijk verwezenlijkt werden. Maar in 1844 was de volksvertegenwoordiging in meerderheid nog van mening, dat een derge lijk voorstel slechts van de Kroon kon uitgaan. Enkele liberale bladen, in Zeeland o.a. de Vlissingsche Courant, wekten de burgerij op tot betuiging van adhaesie met Thorbecke's voorstel. Advocaten en procureurs bij het Pro vinciaal Gerechtshof in Zeeland en bij de Ar- rondissements-Rechtbank te Middelburg stel den een brief op, waarin zij het ingediende voorstel van wet verklaarden toe te juichen. Daar verschillende confrères aarzelden of zij dit stuk wel konden ondertekenen, werd de verzending van de brief uitgesteld. In dit sta dium, terwijl er feitelijk dus nog niets gebeurd was, bleek de minister van financiën, Mr F. A. van Hall, al met het voornemen van de advocaten op de hoogte te zijn. Hij verzocht de Arrondissements-directeur der Directe Be lastingen te Middelburg, hem inlichtingen te verstrekken omtrent de politieke gezindheid van Mr P. van den Broecke, die tijdelijk be last was met de functie van Rijksadvocaat in Zeeland. De directeur had een onderhoud met Mr Van den Broecke, die toegaf onderteke ning van de brief aan Thorbecke beloofd te hebben. Zodra Van Hall hierover bericht ont ving, wendde hij zich tot de Gouverneur van Zeeland met het verzoek Van den Broecke over zijn voornemen te onderhouden en hem zo mogelijk tot andere gedachten te brengen. „Dit (n.l. de adhaesiebetuiging) zoo mogelijk te voorkomen zal U H.E.G. met mij, zoowel in het algemeen belang, als in dat van den Heer Van den Broecke in het bijzonder, wen- schelijk achten en ik neem mitsdien de vrij heid, U H.E.G. te verzoeken, daartoe hare pogingen wel te willen aanwenden door bij een vertrouwelijk gesprek genoemden heer on der het oog te brengen, dat bij volharding in zijne voornemens noodwendig de keuze der regeering bij eene definitieve benoeming van eenen Rijksadvocaat zal moeten vallen op ie mand, wiens staatkundige beginselen volko men overeenstemmen met die van de regee ring Dit onderhoud van den Gouver neur met Van den Broecke had plaats en het leverde helaas succes op. Enerzijds verklaarde Van den Broecke na het onderhoud in een brief aan de Gouverneur, dat de bedenkingen, die Zijne Excellentie te berde had gebracht, hem niet konden bewegen van ondertekening der adhaesiebetuiging af te zien; anderzijds had Van den Broecke met zijn confraters een vertrouwelijk onderhoud, waarin besloten werd van verzending geheel en al af te zien. Ook dit deelde Van den Broecke de Gouver neur mede. Deze berichtte het weer aan Van Hall, die de Gouverneur een pluimpje gaf en eindigde: „Ik verzoek U H.E.G. bij gelegen heid en mondeling aan den Heer Van den 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1951 | | pagina 26