ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 4 plaatst te zijn om de natie tot een bolwerk te verstrekken, maar in het lidmaatschap der Kamer slechts eenen trap meenen te zien, langs welken zij, door het gouvernement laf hartig te believen, al hooger en hooger kun nen kruipen, ten einde, voor zichzelven en hunne familie, een lekker geregt uit de staats- keuken te bekomen; zoodanig is, met slechts zeer weinige gunstige uitzonderingen, het ge drag onzer opgedrongen vertegenwoordigers." De uitgeefster van de Vlissingsche Courant kon zich gelukkig prijzen, dat het proces in hoger beroep met ontslag van rechtsvervol ging eindigde. Terwijl het Openbaar Ministerie de pers voortdurend in het oog hield, bleef het aantal krantenlezers beperkt door de zogenaamde ze gelwet, die de dagbladen belastte. Slechts die drukwerken waren van zegel vrijgesteld, wel ke een oppervlakte van twee vierkante pal men niet te boven gingen. Dit gaf aanleiding tot het verschijnen van lilliputblaadjes, gezet met een zeer kleine, maar duidelijke letter. Tot deze krantjes behoorde de Zierikzeesche Nieuwsbode. Zij bevatte uiteraard korte be richten, dikwijls geestig en scherp, vaker nog bijtend sarcastisch: „Aan het hof van Persiën neemt de armoede hand over hand toe; 't gruwelt er van bedelaars; er zijn dagen dat men zou meenen in den Haag te zijn. Keu len wordt zoo sterk aangebouwd, dat er 10 nieuwe straten moeten worden gedoopt. In Zierikzee wordt zoo sterk afgebroken, dat er wel 10 ontstane pleinen dienden te worden gedoopt. In Goes zal de justitie door krijgsvolk worden on dersteund, als het volk te dol wordt van den honger. In de eilanden Tholen en Zuid-Beveland zullen dra gonders toezien wie er het zoetste vasten kan. Te Zierikzee is de nachtwacht talrijk genoeg om daarop acht te geven. Een burgemeester in Duiveland is uit zijn hol gekomen, hij heeft voor de armen Nota Bene twee mudden garst afgezonderd. Mohemed Ali heeft eindelijk ook een zegelbelasting ingevoerd. De nieuwsbladen zijn echter vrij, en dat in de Egyptische duisternis, terwijl zij in het verlichte Nederland al meer en meer belast worden." In Januari 1846 werd de zegelwet zodanig gewijzigd, dat ook voor de kleinste kranten zegelrecht verschuldigd was. Sindsdien ver scheen de Zierikzeesche Nieuwsbode, die op Schouwen veel lezers had, in groter formaat. De Middelburgsche Courant heeft nooit voor grondwetswijziging geijverd, maar zij toonde zich zeer ingenomen, toen die wijziging een feit werd. Het blad kón trouwens niet anders dan zich afzijdig houden, want het was een stadscourant, die het recht van verschijnen met recognitie betaalde en die bovendien ver plicht was, publicaties van het stedelijk be stuur gratis op te nemen. De verhouding was zelfs zo, dat de burgemeester meer dan eens wenken gaf omtrent het al dan niet opnemen van bepaalde nieuwstijdingen en beschouwin gen. Dit leidde tot moeilijkheden, toen in 1851 de raadsvergaderingen openbaar werden. De krant bevatte sindsdien uitvoerige verslagen van de gemeenteraadszittingen, tot ergernis van de stedelijke regenten, die tot dusver sub rosa vergaderd hadden in de geest der oude vroedschappen. De burgemeester beweerde, dat de Middelburgsche Courant zich als stads krant te gedragen had naar de voorschriften van het gemeentebestuur. Dit hield dan in, dat zij van de raadsvergaderingen slechts dat mocht publiceren, wat het bestuur aanstond. De uitgever daarentegen meende, dat de ban den tussen krant en gemeentebestuur verbro ken waren, sinds de gemeentewet het heffen van recognitiën verbood. Het geharrewar ein digde pas in 1854, toen het contract tussen krant en stadsbestuur afliep. In de jaren na 1840 traden in Nederland enkele ontwortelde existenties op de voor grond, lieden van adellijke afkomst als An- dringa de Kempenaer, Van Bevervoorde en De Thouars. Markies de Thouars, wegens dronkenschap en plichtsverzuim uit de mili taire dienst ontslagen, behoorde tot de weini gen, die probeerden het volk in politieke ac- 98

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1951 | | pagina 28