No. 4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT ties te betrekken. De Thouars' scherpe pen le verde verschillende bijdragen voor de Zeeuwse liberale bladen. Wegens belediging van een kantonrechter werd de Hoog Welgeboren Heer door de rechtbank te Zierikzee gedag vaard. Toen hij niet verscheen, arresteerde de marechaussee hem te Nijmegen en voerde hem nu eens per kar, dan weer te voet en ge boeid naar Zierikzee. Hier werd hij met enige onderscheiding behandeld: hij werd er tenminste ten huize van de uitgever der krant verhoord. De eerste tijd ontving hij talrijke bewijzen van medeleven en er hadden in de stad enkele samenscholingen plaats. De sym pathie luwde, toen de markies, nazaat van De Coligny, dronken in de goot werd gevonden. In Mei 1847 werd De Thouars tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld. Enkele dagen la ter publiceerde de Vlissingsche Courant van hem een vers, niet vrij van zelfbeklag. Dat gedeclasseerde aristocraten als volks menner probeerden op te treden baart geen verwondering; de Franse revolutie heeft veel zulke troebelwatervissers gekend. Vreemder is op het eerste gezicht, dat deze mannen van het ancien régime de sympathie van een op komende burgerklasse wisten te winnen. Het heimelijk respect voor hoge afkomst en vlotte omgang droegen tot de aanvaarding van dit genre „strijdmakkers" waarschijnlijk het no dige bij. De jaren vóór 1848 werden gekenmerkt door ernstige sociale onrust, die zich ook in Zeeland openbaarde. Bij de bedijking van schorren onder Oud-Vossemeer hadden onge regeldheden plaats. Het antwoord van de overheid was legering van een detachement van vijftig man infanterie. Er hadden nachte lijke overvallen plaats op hofsteden te Clinge, Sint Jansteen en Koewacht; de rustverstoor ders trokken af, nadat zij geld en levensmid delen hadden ontvangen. Het antwoord van de overheid was: versterking van de brigade der marechaussee. Tijdens de langdurige strenge winter van 1845 werden heel wat inboedeltjes van arme belastingschuldigen te Zierikzee verkocht. Volgens een krantenbericht waren het er hon derd vijf en veertig. Het antwoord van de overheid was: een sterk detachement infante rie mitsgaders een ernstige reprimande aan de burgemeester, die niet kordaat genoeg was opgetreden. Onrust heerste ook onder de twaalfhonderd man, die werkzaam waren aan de inpoldering van schorren onder Biervliet en Hoofdplaat. De enige „oplossing" bleek weer te bestaan in het zenden van een deta chement soldaten. Tegen 1848, na jaren van misgewas en prijs stijging, was heel de samenleving in gisting. Van een periode, die ruim een eeuw achter ons ligt, viel niet te verwachten, dat zij op de sociale „uitdaging", om in Toynbee's terminologie te spreken, het juiste antwoord geven zou; ook nu is dat antwoord immers nog niet gegeven. Het revolutiejaar 1848 gaf daarentegen wel antwoord op de politieke uitdaging. Bij de Zeeuwse burgerij, met sterk conservatieve en calvinistische inslag, werd de verkregen mondigheid slechts in beperkte kring gewaar deerd. Het zou nog jaren duren, eer een ge organiseerd liberalisme zich in Zeeland gelden deed. L. W. DE BREE D. de Rijcke: Huibert Jacobus Budding en zijn kring. Archief Zeeuwsch Genootschap 1906. Literatuur: li. P. Abrahams: De pers in Zeeland, 17581900. P. J. Meertens: Johan Willem Vijgeboom, de voorlo per der afscheiding. (Nederl. Arch, voor Kerkgesch. 1935). Rapporten van de Gouverneurs in de Provin ciën, 18401S49, uitgeg. door A. J. C. Rüter (Werken Hist. Gen., 1949 e.v.). D. de Rijcke: Huibert Jacobus Budding en zijn kring, 18341839. (Arch. Zeeuwsch Gen. 1906). F. Staal: De apostel van Zeeland. 99

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1951 | | pagina 29