RIENKSTEKE
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 4
Als de winter voorbij is en de eerste knop
pen nauwelijks zichtbaar worden, dan stap
pen er weer gele paarden door het Zeeuwse
land. Niet zo maar gehuld in een gelige gloed
door een bijzondere belichting of een toeval
lige weerschijn, neen, effectief geel, koud en
hard en kunstmatig. Met de regelmaat van
de seizoenen keert het verschijnsel terug,
want als de fruitkwekers gaan spuiten met
D.N.C., dan raken ze niet alleen de insecten,
die boom en blad vernielen, maar de fijne ne
vel zet zich ook vast op de paarden voor de
sproeimachine. Vaklieden kunnen haarfijn
uiteenzetten wat we kunnen verwachten, als
we appels willen oogsten van een boom, die
niet bespoten is. Om die appels gaat het; ap
pels moeten groot en gaaf zijn, goed van
vorm, kleur en geur; appels moeten sappig
zijn, hard van vlees en zacht van smaak; ap
pels moeten goed houdbaar zijn, bij U thuis
in de kelder of in een koelhuis, bij lage tem
peratuur of een lichte overdruk van een be
paalde gassoort, want appels, weet U, zijn
exportartikelen, appels zijn deviezen; goed
gave appels zijn onze bestaansmogelijkheden.
Daarom is het van het allergrootste belang
dat wij de allerbeste appels kweken. Die gele
paarden kleuren in een flinke regenbui wel
bij. Het gaat immers om het allerbeste en ons
land kan niet bestaan, als we niet het aller
beste produceren.
Daarom hebben wij ons voorzien van een
wetenschappelijk apparaat, dat ons heeft ge
leerd om op allerlei manieren te spuiten.
We spuiten met een scherpe maatschappe
lijke analyse, die elk terrein van de menselijke
werkzaamheid omgrenst en daarmee leggen
we de verantwoordelijkheid van elk onzer
onverbiddelhjk vast binnen de eigen werk
zaamheid; we spuiten daarmede ook de indi
viduele verantwoordelijkheid voor de gehele
gemeenschap dood en elk individu streeft
naar eigen beperkt doel, zonder zich om het
werk van anderen te bekommeren.
We spuiten met perfecte universiteiten,
waar geen détail van de wetenschap wordt
verwaarloosd en elke facet nauwkeurig wordt
bestudeerd in afzonderlijke specialismen;
maar we detailleren de universitas eruit.
We spuiten met uitstekend geschoolde poli
tieke, culturele en sociale leiders; maar we
vernederen het volk tot massa; en massa is
vormeloos, traag en stof-gebonden.
We spuiten met een technisch apparaat, dat
nog steeds ongekende mogelijkheden biedt;
maar we jagen daarmee de behoefte op en
stellen de nooddruft tot uitgangspunt van on
ze daden.
We spuiten met welgefundeerde economi
sche plannen, maar beperken die in zichzelf
en stellen daarmee het materiële bezit tot uit
sluitend doel van alle menselijke werkzaam
heid.
We spuiten met allerlei kundigheden op al
lerlei gebied en verkregen na een verfijnd we
tenschappelijk onderzoek, maar we vergeten
de kunst, zowel de schone als de technische,
en daarmee die bijzondere levenskunst, die
zich richt op het menselijk geluk, want de
kunstvaardigheid veralgemeent en is massaal
en stoffelijk, maar de kunst verbijzondert en
is individueel en bezield.
Als in het voorjaar de Zeeuwse paarden
geel worden, omdat de appels gaaf moeten
zijn, laten we dan bedenken dat de appel, die
destijds in Adams keel bleef steken er wel bij
zonder appetijtelijk uitgezien zal hebben. Dan
bedenken we misschien ook dat niet de gave
appel, maar het menselijk geluk, individueel
en gemeenschappelijk, oorzaak en doel van
ons streven behoort te fijn.
't H.
100