H Zeeuws Tijdschrift
Dr P. H. van Moerkerken t en Carel Scharten t
N U M M E R 4 i e J A A R G A N G APRIL i 9 5 i
Vlissingen is de meest hoffelijke onder de
Nederlandse steden, want er is geen andere
plaats aan te wijzen waar naar verhouding
zoveel straten en pleinen naar vrouwen zijn
genoemd. Dat die dames geen blijvertjes wa
ren, zoals Bet je Wolff, of er helemaal niet
gewoond hebben, zoals Aagje Deken, mag
geen bezwaar heten. Want dit is een fatum:
zelden bleef een Zeeuws schrijver zijn gewest
getrouw.
Bij deze stand van zaken mogen hier twee
onlangs overleden schrijvers vermeld worden,
die in hun jeugd Zeeuwen waren, Dr P. H.
van Moerkerken in 1877 en Carel Scharten in
1878 geboren, beiden te Middelburg. Ze wa
ren dus enige jaren jonger dan Boutens. Nie
mand kan precies aanwijzen wat hun geboor
teplaats tot de vorming van beide kunstenaars
heeft bijgedragen, maar ieder zal erkennen,
dat een ontvankelijke en begaafde mens de
invloed van het prachtige Walcheren en het
historische Middelburg moest ondergaan.
De historie had de liefde van Van Moer
kerken, de doctor, later de professor (aan de
Academie voor Beeldende Kunsten te Amster
dam). Het is niet toevallig, dat ik hem ook
als geleerde noem. Het is ook wel geen toeval,
dat zijn romancyclus, zes historische, onder
ling niet samenhangende, romans De gedachte
der Tijden heet. In dit zestal geeft de auteur
uiting aan wat werkt en woelt in de mens, aan
de drang naar vrijheid, maar hij ziet de ge
dachte als het leidende beginsel. Deze moderne
historische romans, en andere buiten deze
cyclus, behoren tot het beste wat op dit ge
bied geschreven is en ze zullen voor de lezers
van dit genre boeiende lectuur blijven.
Het is ook weer geen toeval, dat men nooit
de voornaam hoort van Van Moerkerken, de
kunstenaar-geleerde, maar dat menigeen
spreekt van Carel Scharten, een schrijver die
zich in groter populariteit mocht verheugen,
zij het dat hij die populariteit deelde met zijn
begaafde vrouw Margo Antink. De Zeeuw
Scharten volgde onbewust het voorbeeld van
de Zeeuwse Betje Wolff, die na kennismaking
met Aagje Deken, slechts te zamen met deze
hartsvriendin kon werken. Hierbij dient ver
meld, dat Scharten toch ook zelfstandig
werk bleef leveren b.v. critieken in De Gids
en in de Nieuwe Rotterdamse Courant, een
bewijs van de veelzijdigheid van de kunste
naar.
Het schrijverspaar SchartenAntink heeft,
nadat het zich in 1924 in Italië had gevestigd,
heel Nederland veroverd met De jeugd van
Francesco Campana. De lezer wordt ingewijd
in het leven van de jonge, sympathieke Fran
cesco en leert de mooie natuur van Italië ken
nen. Schijnbaar een boek om ook in 't Itali
aans te schrijven en de Italianen, evenals de
Nederlanders, in verrukking te brengen. Maar
dat gebeurt niet. Eigenlijk is Francesco een
echte Hollandse jongen, versierd met een Itali
aanse naam, een jongmens vol bespiegelingen
en problemen, die afgestudeerden van Gym
nasium en H.B.S., het ontwikkelde publiek en
de schrijvers zelf bezig hielden. Het boek
stemt tot nadenken en zal een prachtig docu
ment blijven voor onze geestelijke habitus van
omstreeks 1925.
Dezelfde neiging tot gevoelige bespiegeling
vinden we om nog een enkel werk uit vele
te noemen in De Nar in de Maremmen.
73