No. 5 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Afb. i. Ewoud de Kat: Vruchtenpluksters. zonder dat er van een diepere impuls sprake is. Maar wie, die weet dat dit werk gewonnen wordt in de uren die een drukke werkkring aan de schilder over laat, zal het bevreemden, dat de innerlijke spanning niet altijd aanwezig is? Eerder zal hij zich dan nog verwonderen over het feit, dat de droom van Walcheren zich handhaven kon dwars tegen een ontstel lende werkelijkheid in. Betrekkelijk kort immers na de ramp die het eiland trof, schilderde De Kat als mijme rend dat schilderij van Veere in een zeer mooi gezeefd licht, waarin de opgaande lijnen van de netten der vissersschuiten de blik omhoog leiden naar het innig geziene torentje van het Veerse Stadhuis, dat daar rijst in zijn precieuze rankheid, onverwoestbaar als een geestelijke waarde. In deze tijd ontstond ook het betrek kelijk kleine schilderij van drie paarden op een hoek weiland, als een drieklank van zich eeuwig verjongend, altijd naar de hemel rei kend en nooit volkomen te vernietigen leven. Wat er ook in de schilder gewond werd, zijn werkkracht zeker niet en niet zijn geloof in Walcherens onvergankelijkheid. Toch wordt er met deze werken een periode afgesloten, er breekt een tijd van kentering aan. Langzamerhand is De Kat weggegroeid van de naturalistische uitbeelding, hij begint meer en meer te transponeren en zijn verlan gen blijkt uit te gaan naar een schilderij, dat verbeelde realiteit zal zijn door middel van een hechte organisatie van aanduidende te kens. En op deze weg wordt hij geremd door zijn kleur. De Kat is ongetwijfeld een colorist, maar zijn kleur, doorwerkt, rijk, en van een onge mene bekoring in de samenklank, belemmert tot nog toe door haar romantische geaardheid een rigoureuze omzetting der verschijnings- 115

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1951 | | pagina 17