Het rundvee in akkerbouwend Zeeland No. 5 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Sedert dijken onze polders tegen het buiten water beschermen, is agrarisch Zeeland een uitgesproken akkerbouwgewest. Dat is dus gedurende vele eeuwen. Polderbemahng en beter geregelde waterafvoer hebben deze agra rische bedrijfsvorm nog beter gefundeerd. Wie in de zomer door Zeeland reist, wordt geboeid en bekoord door de rijke tooi waar mede gewassen als granen, hakvruchten en zaderijen de velden in de vruchtbare kleipol- ders sieren. Deze gewassen, die er bij liggen als in welverzorgde tuinen, leggen getuigenis af van de vruchtbaarheid van de grond en van de kunde en toewijding van de Zeeuwse landman van en voor zijn akkerbouw. De Zeeuwse agrariër was en is en zal altijd blijven de typische bouwboer in hart en nie ren. Een rijke klei- en zavelbodem, een be heerste waterhuishouding en een gedurende geslachten opgezamelde ervaringskennis, die de laatste 50 jaren is aangevuld met een grote theoretische kennis, vormden de solide funda menten voor de bloeiende Zeeuwse landbouw. Het aantal hectaren blijvend weiland, met de groene dijken, de grondslag voor de rund veehouderij, bedroeg in Zeeland de laatste jaren 20 tot 30 van de cultuurgrond. Grotere complexen weiland vindt men in Zeeland slechts in de komgebieden van Schouwen, Tholen, Zuid-Beveland en Wal cheren. Verder in de lage, slecht ontwa terde gedeelten van sommige polders en langs de romantische kreken in Zeeuwsch-Vlaande- ren en elders. Al deze gronden, die voor de akkerbouw niet of minder geschikt zijn, moe ten door veehouderij tot waarde gebracht worden. Het areaal blijvend weiland met groene dijken is in de loop der jaren van bijna 40.000 tot ruim 30.000 ha verminderd. Betere ontwatering en grotere mogelijkheden op het gebied der bemesting maakten dit mogelijk. Deze meer uitgestrekte weidegebieden lig gen gewoonlijk ver van de boerderijen. Men weidt er 's zomers het jonge rundvee, het mest- vee, de jonge paarden en de werkpaarden als er geen paardenwerk te doen is. Karakteristiek zijn daarnaast de zgn. hof weiden, die men rond de meeste boerderijen aantreft. Met hun tooi van dikwijls mooi ge boomte en bevolkt met enkele melkkoeien, jonge kalveren en merries met veulens geven ze sfeer en tekening aan de Zeeuwse hofsteden met de forse schuren en meestal losstaande woningen. Het geheel een schone afwisseling in een vruchtbaar akkerbouwgebied. In Zeeland wordt weinig weiland gehooid, omdat klaver- en lucerne hooi en veel stro soorten massa's ruwvoer van het bouwland leveren. Van het gras nemen de paarden ge middeld 15 a 20 voor hun rekening en het rundvee de rest. S^bewi. Het aantal geheel veeloze bedrijven is zeer gering. Vier factorne dwingen de meeste landbouwers in Zeeland veehouderij als meer of minder belangrijk nevenbedrijf te beoefenen. Al is de Zeeuwse boer in zijn hart geen veehouder, voor de meeste bedrijven blijft de rundveehouderij een economische noodzake lijkheid. Het aantal geheel veeloze bedrijven is zeer gering. Vier factoren dwingen de mees te landbouwers in Zeeland veehouderij als meer of minder bealngrijk nevenbedrijf te be oefenen. Allereerst moet het onscheurbaar weiland met rundvee belegd worden. Een andere ex ploitatiemogelijkheid is hier niet. Op elke 100 ha weiland komen thans in Zeeland 75 melk koeien, 160 andere runderen en 70 paarden voor. Behoefte aan stalmest stimuleert bovendien de rundveehouderij. Wie kennis neemt van de onderwerpen die aan de orde kwamen in ver gaderingen van de Zeeuwse landbouwers, in 119

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1951 | | pagina 21