Vogelleven in Zeeland
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 6
Een deltagebied in laagland is bijna altijd
vogelrijk. De geoefende vogelkundige zal bij
het zien van de natuurkundige kaart van
Zeeland dadelijk vermoeden, dat die eilanden
groep een dorado voor vogels en hun bewon
deraars moet zijn, en zijn verwachtingen zul
len, wanneer hij de lange reis onderneemt, niet
beschaamd worden. Ik heb vrijwel alle pro
vincies van ons land grondig doorsnuffeld en
dan vooral de vogelrijke hoekjes daarbij niet
vergeten. Er zijn natuurlijk streken in ons
land waar plaatselijk méér en ook zeldzamer
vogels voorkomen. Maar ik meen te mogen
zeggen dat de „bevolkingsdichtheid" van alle
vogelsoorten bij elkaar, in Zeeland thans nog
het hoogst is van alle provincies. En bij het
buitenland vergeleken staat Nederland in zijn
geheel, met zijn voorbeeldige vogelbescher-
mingswetten, in de voorste gelederen, ondanks
de grote bevolkingsdichtheid van de mensen.
Dat valt direct op wanneer men in het bui
tenland reist. In Frankrijk kan men grote ge
bieden doorkruisen waar vrijwel geen men
sen, en, helaas, ook vrijwel geen vogels wo
nen. Mensen en vogels zijn in een zeker op
zicht eikaars vijanden, d.w.z. de mens is
het meestal van de vogels; de vogel lang
niet altijd van de mens. Het lijkt wel een
natuurwet dat de vogel verdwijnt waar de
mens verschijnt, en naarmate er meer mensen
komen, neemt de vogelstand af. Ook in Zee
land is dat zo, al neemt in dit opzicht onze
provincie nog een gunstige positie in, omdat
de bevolkingsdichtheid gering is. Toch zal het
een ieder wel eens opgevallen zijn dat bepaal
de en zelfs geliefde vogelsoorten, die niemand
kwaad zou willen doen, verdwijnen of sterk
afnemen. Wanneer wordt er nog wel eens een
Ooievaar in Zeeland gesignaleerd? En is het
aantal Zwaluwen niet onrustbarend afgeno
men? Ik kan deze inleidende bespiegeling niet
Met tekeningen van de schrijver
te lang maken, maar dit wil ik nog zeggen:
kennis van de natuur en de vogels, leidt tot
liefde er voor. Worden de ogen jong geopend
voor de schoonheid van al wat leeft en groeit,
dan krijgt het kind een rijkdom mee voor het
gehele leven, waarvoor het altijd dankbaar zal
blijven. Omdat ik weet dat dit tijdschrift in
handen komt van veel „opvoeders" (in de
ruimste zin van het woord, al denk ik speciaal
aan onderwijzers en leraren, die in klasver-
Kievit met jong
band zo buitengewoon veel kunnen bereiken
in dit opzicht) wil ik graag nog eens aanspo
ren: breng het kind vroeg eerbied voor en
wat kennis van de natuur bij; liefde ervoor
heeft het in aanleg al. Als allen de handen in
eenslaan kunnen wij, zelfs al raakt ons
land en ook onze provincie Zeeland, dichter
en dichter bevolkt met mensen, een be
hoorlijke stand van wilde vogels behouden,
simpel door ze met rust te laten, ze te ontzien,
ze te behandelen als onze vrienden en niet als
onze vijanden.
Nog zeggen te veel mensen: Och, die vo
gelsMaar ik vraag de onverschilligste
af: als er geen leeuwerikje meer boven de pol
der zong, als de meeuwen langs het strand en
136