No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT - in de havens verdwenen waren, als de merel 's avonds niet meer floot in de kastanjes rond de hofstee, ja, zelfs als de zo vaak gehate mussen niet meer sjilpten in de dorpsstraten, zou Zeeland dan nog Zeeland zijn? De vogels hebben een zeer, zeer belangrijk aandeel in de stoffering van het Zeeuwse landschap, en daarom dient ieder die Zeeland en Zeelands schoonheid lief heeft, ze te be schermen tegen de duizenden gevaren die ze bedreigen: nestjes uithalen, eierroof, neerschie ten (vooral van roofvogels, uilen, en zeldzame of fraaie soorten hieraan bezondigen zich zelfs lieden van wie men 't nooit verwachten zou vergiftigen op grote schaal en zwerf katten. Om de voornaamste bedreigingen van het vrije vogelleven enkel te noemen. Helaas is er over de rijke vogelwereld van ons gewest nog niet veel samenhangends ge schreven. Wat er van bekend is, staat in aller lei mededelingen en tijdschriftartikelen ver spreid. De enige samenvatting is de thans weer al aanvulling behoevende „Avifauna van Zuid-Beveland" van Vleugel, Wilmink en mij; en dan is voorts het eiland Schouwen ornitho logisch vrij goed bekend door de vijf deeltjes „Vogelidyllen" van de hand van een der nes toren der Nederlandse vogelfotografie, de heer J. Vijverberg, die zich nog steeds, actief en menig jongere tot voorbeeld, op zijn geboorte eiland aan zijn mooie liefhebberij wijdt; ons allen aan zich verplichtend. Maar de boekjes van Vijverberg zijn uitver kocht, en er is nooit geld genoeg geweest om de „Avifauna van Zuid-Beveland" in boek vorm te doen verschijnen Om enig idee te geven, ook van de soorten rijkdom, vermeld ik een getal: in de „Avi fauna van Zuid-Beveland" staan 224 waarge nomen soorten vermeld; dit aantal is nu al opgelopen tot boven 230. Terwijl van heel Nederland rond 380 verschillende voge'soor- ten bekend zijn, waarvan dan vele slechts één maal als dwaalgast aangetroffen werden. Op een eiland als Zuid-Beveland kan men dus al leen al ruim de helft van het aantal in Neder land waar te nemen soorten zien, en dit aantal is op te voeren: wij waren slechts met z'n drieën als vogelkenners op een uitgestrekt ge bied; hoeveel bijzonderheden zouden er niet aan 't licht komen wanneer er overal geoefen de waarnemers waren, zoals dat in andere streken van ons land het geval is. Ik meen op deze eenvoudige wijze voldoen de te hebben aangetoond dat Zeeland een vo- gelland bij uitstek is. Dit komt voornamelijk door het afwisselend landschap, de aanwezig heid van stromen, slikken en kwelders, van duinen en weidelandschappen en kreken. Ech te bos- en moerasvogels zijn vrij slecht verte genwoordigd, omdat de bossen en grote moe rassen uit onze provincie vrijwel verdwenen zijn. De vogeltrek manifesteert zich in Zeeland op beslist grootse wijze omdat het gebied ge heel in de grote vluchtlijnen ligt; het aantal wintergasten, vooral op de buitendijkse gron den, die lang toegankelijk blijven bij winter weer, is ook buitengewoon groot. Die Avifauna is te vinden in „Ardea", tijdschrift der Ned. Ornithologische Vereniging, jrg. 1948. Seri euze belangstellenden kunnen nog een paar overdruk ken van mij krijgen. 137

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1951 | | pagina 15