ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 2
met de namen der schepenen I. ColeM.
Abramse, G. Cas, L. Stoffelse, W. Cocq en
C. Janse en 4 wapens met de onderschriften:
BrunisseE. Kraey, bailiu, W. <f[e] /[onge]
[heer] van Brunisse en W. in den Booger[d],
secrtrs.
Een heel verhaal staat op de tweede toren
klok van Brouwershaven: Nicolaas Greve me
fecit Medioburgo Zeeland soli Deo Gloria. D.
Jacobo a Borsele quondam huius urbis consuli
qui obyt XII Decembris 1601 novem liberi
Maria, Vincentia, Gertrudis, Cornelius, Cor
nelia, Levina, Wilhelmus, Helena, Martha
optimo parenti extremum obsequium praestan-
tes hanc campanam in usum reipub. Brauwers-
haviensis sicuut pater moriens testamento
caverat per suos tutores Aernoldum a Ceters
et Wilhelmum Brasserium fieri curarunt anno
D 1604, iussu praepotentium ordinum comi-
tatus Zeelandiae huius ecclesiae turris et cam-
pana in meliorem statum redactae sunt anno
1734 (Nicolaas Greve heeft mij gemaakt te
Middelburg, Zeeland, God alleen zij de eer.
Voor hun beste vader, Heer Jacob van
Borsele, eertijds burgemeester van deze stad,
die 12 Dec. 1601 overleed, hebben zijn 9
kinderen ter uitvoering van zijn laatste wil,
zoals hij die op zijn sterfbed in zijn testament
had bepaald, deze klok ten dienste van de
Brouwershavense gemeenschap door hun voog
den Arnold van Ceters en Willem Brasser
laten maken in het jaar des Heren 1604. Op
last van de Edelmogende Staten van het graaf
schap Zeeland zijn de toren van deze kerk en
de klok gerestaureerd in het jaar 1734).
Van dezelfde Nicolaas Greve is het klokje
in de dakruiter van de Toolse kerk (1726)
en de torenklok van Oud Vosmeer, voorzien
van twee grote wapens (een vos met een mare
of beuling in de bek). In de domeinrekening is
geboekt: „Aan Sr Nicolaes Greve, Mr Kloek-
gieter tot Middelburg voor het overgieten van
de kerkclock Ao 1727 2.0.5" (ruim
t-i,—).
Een iets oudere Middelburgse gieter was
Gillis van de Gilde, die in 1709 een klok van
1000 kg vervaardigde voor Poortvliet. In
1914 is deze klok omgegoten door B. Eijsbouts.
Dan vragen nog de aandacht de drie klok
ken van de Toolse kerktoren (resp. 700, 474
en 322 kg), alle met dezelfde versiering en
hetzelfde opschrift, bekroond met het wapen
van Tolen: D. D. Cornelio van der Beke et
Michaelo Car oio van Lichtenbergh coss fratri-
bus affinitate iunctis nee non Joanne Jacobo
van Lichtenbergh cos fil aerar trib A°
MDCCLXI, hetgeen ik meen te mogen ver
talen als volgt: Geschonken door de burge
meesters Cornelis van der Beke en Michiel
Karei van Lichtenbergh, door zwagerschap als
broeders verbonden, en mede door Joannes
Jacobus van Lichtenbergh, zoon van de burge
meester en beheerder van de schatkist in het
jaar 1761. Er onder staat: Alexius et Petrus
Petit me fuderunt hebben mij gegoten)
Ao 1761.
Uit deze gieterij is die van Petit Fritsen
te Aarle-Rixtel voortgekomen, die o.a. een
klokje voor Sirjansland heeft vervaardigd.
Andere klokken werden in de 19e en 20e eeuw
besteld bij A. H. van Berghen te Heiligerlee
of bij de reeds genoemde Eijsbouts te Asten.
Kunsthistorisch hebben ze slechts negatieve
betekenis. De opdrachtgevers verlangden in
deze nuchtere periode geen opschriften en
versieringen meer. Je zag ze immers toch niet!
De klok van Kerkwerve droeg zelfs geen
enkel kenteken, niet eens een jaartal of de
naam van de maker.
In de laatste tijd is hierin weer enige ver
andering gekomen en acht men een zinrijke
spreuk toch wel op zijn plaats. Zo droeg de
klok van Burgh, die na de fatale kerkbrand
van 1924 door Eijsbouts gegoten werd, het
opschrift: Ik klink er de uren met bronzen
klank, ik leid U ter kerk' en ten grave Uw
gank, anno 1923. En die van de R.K. kerk te
Zieriksee uit dezelfde gieterij:
Had haast vier eeuw de stem gezwegen,
Die 't Roomsche volk eens riep te saam,
Ik werd door offerzin verkregen,
En Willibrordus is mijn naam.
40