No. 2
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
kapitaalbehoefte verschilt in sterke mate met
die van de agrarische- of industriële sector.
Aan crediet op korte termijn bestaat n.l. nau
welijks behoefte, zodat er ook geen aanleiding
is geweest om b.v. coöperatieve vissersleen
banken op te richten.
Aan crediet op lange termijn is wel behoefte.
Dit wordt echter niet door derden ter be
schikking gesteld, zodat alleen eigen kapitaal
uitkomst kan bieden. In de na-oorlogse jaren
werden goede financiële resultaten bereikt,
die veelal intern werden aangewend. De
outillage is dus in het algemeen modern te
noemen. Nochtans kan de behoefte aan lang
crediet niet volledig worden gedekt. In Dene
marken, waar men met hetzelfde probleem te
kampen had, heeft de overheid dan ook
visserij-banken ingesteld, welke tot taak heb
ben op zakelijke voorwaarden te voorzien in
deze kapitaalbehoefte. In het kader van een
actieve visserijpolitiek lijkt deze oplossing ook
voor Nederland aanbevelenswaardig.
Als de mosselkweker percelen heeft gepacht
en zijn vaartuig heeft uitgerust, begint hij met
de winning van mosselzaad, dat op de zoge
naamde mosselzaadbanken in diverse kustge
bieden van Nederland voorkomt. Dit zaad
heeft zich ontwikkeld uit larven, die enkele
dagen in het zeewater zweven en dan als
gevolg van de zich ontwikkelende schelpen
zinken. Het mosselzaad komt in de Neder
landse wateren in drie verschillende soorten
voor n.l. paalzaad, Zeeuws mosselzaad en
mosselzaad uit de Waddenzee.
Het paalzaad komt veel voor op zee
weringen, glooiingen en strekdammen aan de
kust en was om zijn goede kwaliteit zeer
geliefd. Kenmerkende eigenschappen zijn:
donker glanzende kleur, dikke schelpen, dus
sterk weerstandsvermogen. Aangezien het
echter niet mechanisch gewonnen .kan worden
en sommige polderbesturen bezwaren maakten
tegen deze winning is deze methode van zaad
winning geheel verdwenen.
In de Zeeuwse wateren komt het mossel
zaad regelmatig voor maar in wisselende hoe
veelheden, die steeds te gering zijn. Van
midden tot eind September wordt de visserij
van dit zaad opengesteld en in deze korte tijd
wil elke kweker zoveel mogelijk zien te be
machtigen, hetgeen gepaard gaat met min of
meer spannende tonelen, vooral tegen zonsop
gang op de eerste dag van openstelling.
Verreweg het meeste zaad komt uit de
Waddenzee, waar het jaarlijks in voldoende
mate ter beschikking komt. Gedurende enkele
weken per jaar wordt de visserij op dit zaad
opengesteld en de Zeeuwse kwekers trekken
met hun motorkotters op maximumsnelheid
naar de Waddenzee om zaad te vissen.
Het verkregen zaad, dat in grootte varieert
van i tot 5 cm, wordt in Zeeland op de per
celen uitgezaaid. Gedurende het vervoer uit
het noorden treedt enige sterfte op, die dank
zij de medewerking van de Rijkswaterstaat,
die de mosselvaartuigen op de binnenwateren
voorrang verleent, niet groter is dan ±3
Het zaad wordt in Zeeland uitgezaaid op de
minder diepe percelen, waar het één jaar blijft
liggen en dan „half-was" (4 a 5 cm) is. Daarna
worden de halfwasmosselen verzaaid naar de
diepere percelen, waar de mosselen, na nog één
jaar van groei, volwassen worden. Op de
diepere percelen krijgt de mossel tevens zijn
goede kwaliteit.
Bij gunstige omstandigheden levert het zaad
een 2 tot 3 voudige hoeveelheid halfwas
mosselen. Naarmate de percelen dichter in de
buurt van de open zee liggen, wordt de stroom,
en dus de toevoer van voedsel, groter; de
mosselen van de meer Oostelijk gelegen per
celen blijven practisch steeds mager als gevolg
van het feit, dat het water reeds vele voedings
stoffen aan de Westelijker gelegen percelen
heeft afgestaan.
Een krachtige stroom is dus een gunstige
voorwaarde voor een snelle groei van de
mosselen, maar te krachtig mag deze ook weer
niet zijn, omdat dan het gevaar bestaat dat
de mosselen wegspoelen. Veelal wordt de
mossel gedurende zijn 2-jarige groeiperiode
meerdere malen verzaaid naar van te voren
47