De herverkaveling van Walcheren No. 3 ZEEUWS TIJDSCHRIFT door Ir W. A. van der Werff OORDAT tot herverkaveling van Walcheren werd be sloten waren reeds enige ruilverkavelingen in Zee land in uitvoering, o.a. in de Ser Pauluspolder in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen, in Kruiningen en in de Vier Bannen van Duiveland. Men kende in deze provincie dus reeds het streven om door ruilverkaveling, d.w.z. door het samenvoegen en vervolgens opnieuw indelen van gronden, al dan niet ge paard gaande met het verbeteren van het wegen- en waterlopenstelsel, de landbouw te bevorderen. Wanneer de landbouwer tengevolge van ruilverkaveling zijn gronden dichter bij de be drijfsgebouwen krijgt dan vroeger het geval was, zal deze grond een betere bewerking krijgen dan voorheen aan de veraf gelegen percelen werd gegeven. Ook voor de kosten van bemesting van de percelen en van de ver zorging van de te velde staande gewassen geldt de in de landbouw zo bekende wet van de verminderende meeropbrengsten. Daar komt bij dat toezicht op gewassen en levende have op percelen dicht bij de boerderij veelal onbe wust wordt uitgeoefend. Een goed wegenstelsel brengt ontsluiting van gebieden tot stand en daarmee de mogelijkheid daar producten te verbouwen die er bij een slecht wegenstelsel niet of zeer bezwaarlijk geteeld kunnen worden. Voor suikerbieten en voederbieten, die in een periode waarin vaak veel regen valt, worden geoogst, levert de afvoer van de percelen vaak onoverkomelijke bezwaren bij slechte wegen. Waar met een goed stelsel van waterlopen en een beheersing van het polder water een goede waterhuishouding wordt mogelijk gemaakt leidt dit eveneens tot pro ductie verhoging. In het algemeen moet een deel van het cultuurland in een ruilverkavelingsblok be stemd worden voor de aanleg van wegen en waterlopen. Een onderzoek in een gedeelte van Walcheren heeft uitgewezen dat tegenover dit verlies een winst aan grond staat door cultuurtechnische maatregelen. Hiertoe worden dan gerekend het dichten van sloten wier taak is overgenomen door een drainagestelsel en het in cultuur brengen van vervallen wegen en waterlopen. In het bovengenoemde onderzoek dat een normaal gebied van ca. 250 ha be trof bleek dat de winst het verlies aan grond ruimschoots overtrof. Gezien de ervaringen die met ruilverkave lingen in Nederland waren opgedaan is het niet te verwonderen dat de regering na de ramp die Walcheren in November 1944 trof overwoog, om door ruilverkaveling de land bouwers een betere basis voor hun bestaan te verschaffen dan zij voordien hadden en de vele werkzaamheden door een commissie, be last met de uitvoering van de ruilverkaveling te doen verrichten. De basis van de landbouw in het geïnun deerde deel van Walcheren behoefde in vele opzichten verbetering. Reeds in 1945 waren dan ook door het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland aanvragen tot ruilver kaveling van enige delen van Walcheren nl. van de Zuid-Watering en van het gebied ten Westen van het Kanaal door Walcheren in handen gesteld van de Centrale Cultuur technische Commissie. Walcheren deelde wel is waar als deel van Zeeland in de roem van de Zeeuwse tarwe en de Zeeuwse aardappelen maar het was niet een welvarend landbouwgebied als Noord- Beveland. Veel grond werd als weiland ge bruikt omdat het voor bouwland ongeschikt was, zowel door de aard van de grond als door 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 11