ZEEUWS TIJDSCHRIFT Nc. 4 voor dit beperkt gebied en in het uitzonderlijk geval, dat alle gevonden beenderen uit zand lagen afkomstig zijn, bruikbaar is, dan zal men ook moeten aannemen, dat de mens reeds tegen het einde van het Tubantien in Zeeland leefde. Een door vissers uit de Zeeuwse wa teren opgehaalde mensenschedel, door de heer A. Slabber te Middelburg in veiligheid ge bracht, bleek nl. een asgehalte van ëjjzj te hebben." (Akademiedagen IV, 1951, p. 120). 2. De man met de bijl. Tweeduizend jaar vóór Christus. De bloei en heerschappij van Babyion waren juist be gonnen. In de geschiedenis van Israël nam het tijdvak der Aartsvaders een aanvang. In Egypte bestonden de Pyramiden en de Sphinx reeds, maar de verfijnde weelde van Toet- anch-Amon lag nog in het verschiet. In Europa waren de kusten en open velden schaars be volkt; de bossen werden over het algemeen door de mensen gemeden. Wie liep daar, ver in het Westen, in de delta van de Schelde en verloor zijn stenen bijl? Het duurde 3900 jaar, voordat de kling (fig. 1) van deze bijl teruggevonden werd. 16 Maart 1903 schreef de Hoofdingenieur-Direc teur van de Rijkswaterstaat A. Bekaar onder no. 650 ic/70 aan de Directeur van het Rijks museum van Oudheden te Leiden: „Hierbij zend ik U een vuursteenen wig of beitel, ge vonden bij de ontgraving van de put der in aanbouw zijnde sluis en haven te Terneuzen in de veenlaag op 2,5 m onder N.A.P." Te Leiden werd de brief geboekt als no. 49 en het voorwerp kreeg het nummer i. 1903/3.1. In de gedrukte catalogus van 1908 wordt het vermeld onder I 317. Ieder kan deze bijl ook nu (1952) in het Rijksmuseum van Oudheden zien. Het is het oudste stuk mensenwerk, dat uit Zeeland bekend is. Een gipsafgietsel ervan komt in het Museum van het Zeeuwsch Ge nootschap te Middelburg. Wij in 1952 willen graag iets meer weten van de man, die deze bijl verloor. Liep hier inderdaad zo lange tijd geleden een mens? Of is de bijlkling wellicht door stromend water over verre afstand verplaatst en hier heen gespoeld? Deze laatste veronderstelling is niet waarschijnlijk, want het voorwerp is gaaf 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 10