No. 4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT 3. Jagers op het zand. Op het gebruik van geslepen stenen werk tuigen volgde een stadium, waarin bronzen werktuigen en sieraden in gebruik waren. In de meeste gevallen is deze overgang van steen op brons geleidelijk gegaan. Wij twintigste-eeuwers beleven in Zeeland de overgang van paardentractie op motor- tractie, en ook dit zien wij geleidelijk gaan. Toen men bij het ploegen en voor de oogst nog algemeen paarden gebruikte, reed men op de weg reeds met auto's. Evenzo is men eertijds ook van steen op brons overgegaan en zijn steen en brons door één volk tegelijkertijd, maar voor verschillende doeleinden gebruikt. Toen de bijlen reeds van brons waren, schoot men op de jacht nog pijlen met een vuurstenen punt af. Fig. 4 en 5. Deel van een broche. Massief gegoten brons, aan de op pervlakte fijn ge graveerd. 51 X 22 mm. Vind plaats, verzame laar en museum als fig. 2. Zulke vuurstenen pijlpunten zijn nu juist in Zeeland gevonden (fig. 2 en 3). Hier zijn het slechts losse vondsten, maar elders in West en Midden-Europa zijn vuurstenen pijlpunten van deze vorm en van deze makelij te zamen met aardewerk en bronzen werktuigen in graven en in resten van menselijke woningen gevonden. Op grond van dit verband met andere sporen van menselijke beschaving da teert men de gesteelde vuurstenen pijlpunten (fig. 1 A en 2) in vondsten uit West-Europa tussen 2000 en 1500 vóór Chr. De vorm van Fig. 6. Broche. Brons. Gevonden in Italië. Naar O. Montelius, 1895, La civilisation primitive en Italië 1, O pi, VI fig. 60. Vgl. N. Aberg, 1930, Bronzezeitliche und früheisenzeitliche Chronologie, 1, 6y, fig. 179. fig. i B is iets ouder. (Aanwijzingen voor het gebruik van zulke vuurstenen pijlpunten later dan 1500 v. Chr. zijn nergens gevonden.) Wij moeten dus wel aannemen, dat in die tijden mensen de zandstreek in het Zuiden van Zeeuwsch-Vlaanderen en de duinen van Schouwen bezocht hebben, waarschijnlijk om er te jagen. Of er toen reeds permanent men sen in deze streken woonden, is onbekend. De volksstammen, die in deze vroege tijden Europa bevolkten, verschilden onderling in lichamelijke kenmerken (voorzover uit hun skelet bekend), in hun levenswijze (bekend uit hun werktuigen en sieraden) en in geloof (voor zover enigermate uit hun wijze van begraven bekend). Geslepen bijlen als fig. i zijn over het algemeen gebruikt door een langschedelig volk, dat landbouw beoefende. Vuurstenen pijlpun ten daarentegen waren als regel in gebruik bij kortschedelige stammen, die zich vaak ver- Fig. 7. Pijlpunt. Brons. 30 X 16 mm. Vindplaats, verzamelaar en museum als fig. 2. 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 13