ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 4 koperen gebruiksvoorwerpen, zoals een ronde beddenpan of een grote glanzend geschuurde hazenpan brachten een vrolijke noot in de vrij sombere wandversiering. De ontwikkeling van het landbouwonder wijs ging vooraf aan dat van het landbouw- huishoudonderwijs. Eind 19e eeuw begon het vakonderwijs van de toekomstige landbouwers al aardig veld te winnen en men ging be grijpen, dat, wilde men over de gehele linie het boerenbedrijf gaan rationaliseren en mo derniseren, ook de toekomstige boerin meer en beter, vooral op landbouw- en huishoud kundig terrein, ontwikkeld moest worden. In België schreef de toenmalige hoofdin specteur van de landbouw, de heer P. de Vuyst, een boek over „De maatschappelijke rol der boerin" waarin behalve haar betekenis voor gezin, huishouding en bedrijf, ook ge schetst werd wat in andere landen, speciaal Amerika, voor haar werd gedaan. In Nederland beijverde de heer P. van Hoek zich een weg te vinden, die leidde tot landbouwhuishoudkundig onderwijs voor meisjes. Dit lukte! De volgende punten stelde hij zich hierbij ten doel: ie. Het aanleren van de huishouding en het beheren van dat gedeelte van het bedrijf, dat in de regel tot de taak van de boerin behoort. Met deze doelstelling bestreed men dus de opleiding op de stedelijke huishoudscholen, die de meisjes voorna melijk betere manieren bijbracht, maar hen vaak verwijderde van de sfeer van het bedrijf. 2e. Te wijzen op welke manier het grootst mogelijke nut getrokken kan worden door het gebruik van producten uit eigen bedrijf. 3e. Begrip aan te kweken en liefde op te wekken voor de werkzaamheden waar door elk idee van sleur wordt verbannen. 4e. Te wijzen op de taak als plattelands vrouw om mee te helpen haar omgeving op sociaal gebied ter zijde te staan. Was-huishoudlokaal van de Prinses Marijkeschool te Schoondijke. 86

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 16