No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
dat hier gebruikt wordt, is
zeer fors en heeft veel ver
snijdingen kort op elkaar, die
niet corresponderen met lijs
ten in het muurwerk (afb. 6).
Deze plaatsing van de
steunbeer tegen het muur
werk, zonder dat hij daar
mede verband houdt, zien
we bij veel Zeeuwse torens.
Een karakteristiek voorbeeld
ervan is de toren van Melis-
kerke. De steunberen zijn iets
terzijde van de hoek tegen
de torenromp geplaatst en
komen op een willekeurig
punt op. Hetzelfde geven de
torens van Oost-Souburg en
te Baarland te zien. Een zeer groots voorbeeld
hiervan is de toren van Kapelle, waar de veel
vuldig versneden steunberen tegen het onder
ste deel van de vlakke romp geplaatst schijnen
(afb. 6).
Bij de toren van de kerk van Zoutelande
gaan de steunberen niet tot boven toe door,
doch er is reeds een binding met de romp
(afb. 7).
Meer organisch zijn de torens, waarbij de
steunberen tot boven aan toe doorgevoerd
zijn. Hun versnijdingen vallen samen met de
verdiepinghoogte van de torenromp (afb. 8).
Op deze wijze is de toren één geheel geworden.
Het oudste voorbeeld hiervan is vermoedelijk
de toren van Vlissingen. Een ander voorbeeld
op Walcheren is de toren van Oostkapelle. De
rijkste torens van dit type staan echter op
Zuid-Beveland: 's-Heer Arendskerke, 's-Heer
Abtskerke, Nisse en Waarde. Tot deze groep
behoort ook de toren van Tholen. De steun
beren werden in deze gevallen vaak bekroond
door vierkante hoektorentjes. De schoonste
toren van dit type, de Oude Kerkstoren te
Delft, duidt aan hoever deze invloed noord
waarts reikte. Een andere verwante Zuid-Hol
landse toren is die van Monster.
Een enkele maal eindigde ook een steunbeer
Afb. 9. Ars snaai te Veere
van een kerk in een hoektoren, zoals bij de
Noordmonster te Middelburg (afb. 5) en bij
de St. Lievensmonster te Zierikzee.
Een geheel andere groep Zeeuwse torens,
eveneens sterk onder Vlaamse invloed, is die,
waarbij het rechthoekige onderste deel van de
torenromp bekroond wordt door een achtkant.
In Vlaanderen vond dit type veel opgang
voor de kruisingstorens. In Zeeland wordt het
gebruikt voor westtorens. Het rijkste voor
beeld van deze groep is de toren van Kruinin-
gen. De toren van Noordwelle en de in de
laatste oorlog verdwenen toren van Koude-
kerke, beide op Schouwen, behoorden ook tot
dit type evenals de toren van Poortvliet op
Tholen. Torens, die van de grond af veelhoe
kig zijn, vinden we in de nu verdwenen toren
van Nieuwerkerk op Schouwen en in de Lan
ge Jan te Middelburg. Het taaie leven, dat
deze torenvormen beschoren is, blijkt uit de
torens van het stadhuis van Willemstad (1596)
en de kerk van Stavenisse (1672), die beide
voorzien zijn van een vierkante onderbouw
en een achtkante bovenbouw en de geheel
achtkante toren van de kerk van Kattendijke
uit het begin der 17e eeuw.
Tegen het midden der vijftiende eeuw
117