Het land dat God beschermt (ui) No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT sliklagen in de kreken als hindernissen op treden. De afstand tussen ouderen en jongeren wordt groter, nu het water trekt. Nog een maal halen wij de jeugd in, als. een kreek nog éénmaal wraak heeft genomen op de ver storing van eenzaamheid en rust, die het schorrenlandschap behoort te sieren. Onder veel gelach klautert de jongste der meisjes weer naar boven, daar ze beneden het slik met haar rug heeft gemeten en de souve nirs daarvan maar al te duidelijk zicht baar zijn. Maar wat praten we over slik en nat. Wie als „heer" of „dame" de schorren betreedt moet alle hoop laten varen er in dezelfde kwaliteit van terug te keren. Meer dan elders moet men er één willen worden met de natuur; voor de ene helft mens, voor de andere slik en nat, zo keert men weer. Laten we blij zijn voor onze vogels, dat hun nesten niet zo gemakkelijk zijn te bereiken. Dat daarnaast echter bescherming van de mens noodzakelijk blijft zou de jachtopziener U met sprekende voorbeelden kunnen aan tonen. Gelukkig zorgen hij en. de rechter in Middelburg, die dit jaar weer verscheiden eierendieven een andere gedachten-cyclus moet aanleren, voor een aanvulling van de natuur lijke bescherming der kreken. Gij, lezers, helpt de vogels aan rustige broedplaatsen; geeft U op als lid van de stich ting „Het Zeeuwse Landschap". Het Oranje plaatje is nl. een van de beschermde ter reinen, waarover zich haar bemoeienissen uit strekken. door Dr J. Haantjes IJ Valerius vallen Kerk en volk gemakkelijk samen. De gedichten uit de Nederlant- sche Gedenck-clanck getui gen ervan. Telkens en tel kens weer vinden we daarin het woord Kerk genoemd en het heeft behalve een religieuze ook een nationale betekenis. Wij denken hier aan het vers ter ere van de overgang van Vlissingen op 6 April 1572: Com nu met sang van soete tonen, En u met snaren-spel verblyt; Sing op, en wilt alom bethonen, Dat ghy van herten vrolyck syt. Juycht God ter eer, Syn lof vermeer, Die sulcken grooten werck Gedaen heeft, voor Zijn volk? Neen, niet voor Zijn volk, maar voor Zijn Kerk! Wij kunnen deze gelijkstelling van volk en Kerk nog plaatsen, zo lang het gaat over de eerste jaren van onze opstand, want de strijd voor staatkundige vrijheid en die voor gods dienstvrijheid gingen toen hand aan hand. Maar naarmate de oorlog tegen Spanje langer duurt, verandert dit, wordt er steeds strenger scheiding gemaakt tussen de belangen van natie en geloof. Dan wordt het steeds moei lijker volk en Kerk te vereenzelvigen. Valerius doet het toch, ook dan. Zijn ge schiedverhaal heeft hij al voltooid, maar nog voegt hij dit versje toe: o Heere siet toch aen hoe dat de boose jagen, Om overal u volck te drucken en te plagen! Merck hoe zy rotten t'saem met hoopen overal, Om uwe Kerck te doen een swaren over-val! Ook in dit opzicht houdt hij aan de aan vankelijke indruk vast. Wel noemt hij soms in plaats van „Kerk" een ander woord: Israel of Bruid van Christus. De vergelijking met Israel lag voor de hand. Ook dat was een volk, onderdrukt door 139

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 23