ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 6
den van Biervliet. Op de vroegere kaart wordt
het schor in de Zwake „Holstelle eylant" ge
noemd. Verder vinden wij op beide kaarten
op Brabants gebied nog een Coestelle als om
te bewijzen, dat de stellen niet alleen schapen
herbergden. Stellen met opstallen treft men
aan op het met een zomerkade omringde
Breskenszand tussen 1501 en 1505. Op de
schorren van Vosmeer worden in 1555 een
drietal stellen schetsmatig aangegeven. Langs
het Faal lagen zowel op Orizand als op de
schorren van Noord-Beveland talrijke stellen
(1582), waarvan een genoemd „Den Hamel"
en anderen: De Werf van 't Vael, Den
nieuwen Werf en Den ouden Werf. Verder
liggen op Orizand nog een viertal bergen
zonder opstallen en twee vaten. Op de kaart
zijn de stelhuizen op één na alle van vlaggen
voorzien. In 1627 komen stellen voor op de
schorren van Woensdrecht en het naastge
legen Schreyersschor. De Visscher-kaart van
ca. 1690 laat op de schorren van Zaamslag
een drietal stellen zien. Een schor ten oosten
van Hulst en een ten noorden van „Den
Ouden Doel" worden op laatstgenoemde
kaart resp. als „De Stelle" en „Wapperstelle"
aangegeven 2).
Het oostelijk gedeelte van het toenmalige
Staats-Vlaanderen was rijk aan deze bergen,
want op de schorren van St. Anna en Absdale
(geïnundeerde polders) ten westen van Hulst
treffen wij in 1741 zeker een vijftal stellen
aan. Verder komt in de jaren zestig van de
gouden eeuw een stelberg met behuizing voor
op het schor Rumoirt ten oosten van Bruinisse.
Ruim een eeuw later heeft op deze stelle een
merkwaardige gebeurtenis plaats. In Februari
1774 raakt een schip uit het Groningerland
omhoog. De schipper bracht zijn vrouw naar
de stelle „welke vrouw naa een groot half uur
aan land geweest te zijn ten huyse van Krien
Paddemoes in de kraam (ge)gaan hebbende, de
2) Een schor genaamd „Hille ofte Stelle" vond ik
op een „Kaarte der gorsen van Vrijberghe", ge
ïnundeerd 1511 (Atlas-Hattinga IV 14).
De Hoofdstelle op de schorren van Moncado
ten oosten van Axel (1778).
geheele nacht met de arbeyd op het lijf in het
herdershuysje op het Ramoor moeten door
brengen en zijnde zoo wonderlik bewaard".
Het kind werd 27 Februari 1774 te Bruinisse
gedoopt. Aan de buitenzijde van de noord
westelijke dijk van de Anna-Jacobapolder ligt
thans alleen nog de drinkput met een ringdijk
er omheen, waar nog steeds schapen gedrenkt
worden, die buitendijks op de schorren grazen.
Goede voorbeelden van stellen vindt men
thans nog voor de Hertogin-Hedwigepolder:
twee bergen (2 m hoog) met opstallen, waar
van er een bewoond is.
Zal niet ieder van stellen gehoord hebben,
toch vindt men ze terug in de Zeeuwse fa
milienamen: Stel, van (der) Stelle (Stelt), Ver-
stelle, Stelleman en Stellenaar. Bv. in 1670 in
Zaamslag als familienaam: Stellenaer. Stelle
man in Zonnemaire (1628). Stelle in Kruinin-
gen (1640). De naam Hollestelle is in Zeeland
wel bekend. In 1683 vinden wij als grondeige
naar in de Hollestellepolder op Zuid-Beveland
Claes Pieterse Hollestelle. Verder verschijnt
in 1598 voor notaris P. Levendale te Goes
Pieter Crijnss. „stellenaer, wonende op Corne-
lis Anthonisz. (Ossewaarde) stede in hole-
stelle". Ook het begrip vate vindt men terug
in de familienamen: Van de(r) Vate en Bij de
Vaate. In Nieuwerkerk (Duiveland) komen
einde zeventiende en eerste helft achttiende
eeuw de volgende namen voor: Verstelle, van
Stelle, Vervate, van der Vate(n), Vorseput
146