ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 6 service staat gelijk aan die, welke zou worden geboden, indien de Zeeuwse lijn zou zijn ge- electrificeerd. Kan electrificatie derhalve geen verbetering meer brengen in de geboden voor ziening, uit kostenoverweging is de bestaande exploitatievorm te prefereren. Electrificatie van de Zeeuwse spoorlijn ligt daarom voorlo pig niet in het voornemen van de N.V. Neder- landsche Spoorwegen. De omvang van het vervoer over de rail blijkt uit onderstaande cijfers. In 1951 pas seerden ruim 1,3 millioen reizigers per trein de grens tussen Zeeland en Noord-Brabant, terwijl ruim 500.000 reizigers van de trein ge bruik maakten voor de interne Zeeuwse ver bindingen. Het goederenvervoer over de Zeeuwse lijn bedraagt in totaal 300 a 400.000 ton. Spoorwegmaatschappij Zuid-Beveland. Reeds vóór de eerste wereldoorlog waren er plannen tot het aanleggen van een lijn voor lo kaal vervoer op Zuid-Beveland. Daardoor verwachtte men in de eerste plaats verbetering te brengen in de afvoer van landbouwproduc ten, vooral suikerbieten, die als gevolg van de slechte toestand der wegen te wensen liet. Als eerste stap naar het gewenste doel werd in 1914 opgericht de spoorwegmaatschappij Zuid-Beveland. Uit de vele plannen voor de aanleg, die tengevolge van de oorlog eerst na 1918 vaste vorm aannamen, werd ten slotte vastgesteld de aanleg van de volgende lijnen: 1. Goes 's-Heer Arendskerke Borssele HoedekenskerkeGoes (de z.g. ringlijn). Lengte 43 km, waarvan 5 km over het hoofdspoor RoosendaalVlissingen. 2. Goes 's-Heer Arendskerke Wolfaarts- dijk met aansluiting naar het overzetveer naar Noord-Beveland. Lengte 10 km. 3. GoesWemeldinge. Lengte 8 km. Omstreeks Maart 1925 werd begonnen met de aanleg van deze lijnen en op 18 Mei 1927 vond de opening plaats met een feeste lijke rit over het gehele traject. De exploi tatie geschiedde door de S.S., waarvoor zij een jaarlijkse huur betaalde aan S. Z. B. Behalve 16 stations voor reizigers- en goe derenvervoer waren er nog 13 los- en laad plaatsen voor het goederenvervoer. De onder linge afstand der emplacementen was dus ge middeld 2 km, hetgeen het goederenver> oer flink stimuleerde. In het eerste jaar na de opening bedroeg het bietenvervoer reeds 50.000 ton, ondanks het slechte oogstjaar. In 1928 werd rond 100.000 ton bieten vervoerd. Dit product is steeds het belangrijkst geweest voor het goederenvervoer. De reizigersdienst, uitgeoefend met motor rijtuigen, leverde teleurstellende resultaten op. Reeds in 1932 ontstond het plan de reizigers- dienst te staken, wegens de grote verliezen. Na langdurige onderhandelingen werd in 1934 overeenstemming bereikt en werd de reizigers- dienst, behalve op een gedeelte van de ringlijn n.l. het traject GoesHoedekenskerke, opge heven. De laatste wereldoorlog veroorzaakte weer vele moeilijkheden voor de S.Z.B. Nadat in 1942 reeds op last van de bezetter de boven bouw van de lijnen GoesWemeldinge en GoesWolfaartsdijkse Veer was verwijderd, werd in 1944 nog een gedeelte van de zuide lijke ringlijn opgebroken. Alleen deze laatste lijn werd na de oorlog volledig hersteld. De beide andere lijnen zijn niet meer herlegd, aan gezien de omvang van het goederenvervoer te gering was om de hoge kosten te rechtvaardi gen. Op het traject GoesHoedekenskerke is de dienst niet langdurig onderbroken geweest. Aangezien het materieelgebrek van N.S. nood zaakt tot gebruik van de op deze lijn in dienst zijnde rijtuigen op lijnen met drukker vervoer, terwijl tussen Goes en Hoedekenskerke de mo gelijkheid van vervoer per bus aanwezig was, werd op 3 Mei 1947 de reizigersdienst over de rail vervangen door N.S.-busdiensten. Deze hebben gereden t/m 14 Mei 1949. Het geringe vervoer zou bij het sterk gestegen kostenpeil te grote verliezen opleveren voor een te her vatten railverbinding, zodat besloten werd tot definitieve staking van de reizigerstreindienst. 128

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 6