No. ZEEUWS TIJDSCHRIFT mig van kleur en zuiver van verhoudingen. Oudtijds heeft een oxaal het middelkoor van het hoogkoor gescheiden. Toen het wense lijk bleek de zeer lange ruimte, die voor de te houden eredienst niet geheel nodig was, te verkleinen greep men terug naar de oude op lossing van het oxaal. Vermoedelijk uit prac- tische overwegingen, namelijk om in de af scheiding enige trappen te verbergen, verkreeg het nieuwe oxaal echter het aanzien van een 3 meter hoge gesloten muur, hetgeen wel te betreuren valt. Een indruk van de ruimte kan men nu nog steeds verkrijgen door naar het gewelf te zien want beneden is iedere door kijk verhinderd. Jammer dat hier niet een koorhek of een galerij op kolommen mocht worden gemaakt. Overigens verdient de wijze waarop de blijkbaar noodzakelijke muur vorm werd gegeven alle waardering. De kerk werd gemeubileerd met eikenhou ten banken en een prachtige eikenhouten kan sel op hardstenen voet, daterende uit de 17de eeuw, en een uiterst merkwaardig Gothisch orgelfront met vroeg Renaissance rugpositief, een kunsthistorisch belangrijk monument. Preekstoel en banken werden hier in de as van de ruimte opgesteld, hetgeen men op grond van het strenge gericht zijn der ruimte ook niet gaarne anders zou hebben gezien. Het klankbord boven de preekstoel was bo vendien te groot om een opstelling van de kansel tegen een der zijmuren te kunnen be werkstelligen. Uit vele kleine onderdelen, zoals de wijze waarop de verlichting van de kansel is aan gebracht blijkt telkens opnieuw met welke liefde en toewijding de restauratie tot in de kleinste détails werd verzorgd. Ook dienen speciaal vermeld te worden de knappe en minutieuze restauratie-werkzaam Koorkerk inwendig, naar het Oosten, na de restauratie. heden van het orgel, de preekstoel en andere eikenhouten voorwerpen. Het materiaal ver kreeg dus niet alleen een prachtige oude kleur en glans, maar het werd bovendien zodanig verduurzaamd dat het weer eeuwen zal kun nen trotseren. Vooral in vergelijking tot de Nieuwe Kerk treft hier de rijke, hoewel niet overdadige ver siering van de wanden in de Koorkerk, ener zijds door de oude indeling der muren met lisenen en lijsten, bogen en friesen, welke haar functie van hoogkoor der Abdijkerk verraden, anderzijds door het oude grafmonument van Graaf Willem II en de oude grafzerk tegen de overliggende wand opgesteld. Een verrijking in kleur werd verkregen toen in de koorsluiting de middeleeuwse tegelvloer bestaande uit kleine geel en bruin verglaasde tegeltjes, in ere werd hersteld en aangevuld. Als een zacht glanzend kostbaar mozaïek ligt dit tegeltapijt daar uitgestrekt, accentuerend de belangrijkheid van dit kerkgedeelte, de plaats van altaar en avondmaalstafel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 13