No. i ZEEUWS TIJDSCHRIFT tafeltje welbereid voor veel lijsterachtigen, spreeuwen b.v. zijn dan in grote zwermen pre sent en ook menige trekker rust er even voor de maaltijd. Doch niet alleen het droge ge deelte is goed voedselgebied; in de slijkerige baai vinden bij laag water grote aantallen meeuwachtigen en waadvogels hun voedsel. Zilvermeeuwen, mantel- en kapmeeuwen, scholeksters, tientallen strandpluvieren, steen-, strand- en oeverlopers op de trek kunt ge er treffen en met een beetje geluk is ook wel eens een zeldzame wintergast te zien. De strandplevieren hebben er in de zomer hun broedplaatsen tussen zand en schelpen. Zij houden snelle solorennen langs het strand en het is een prettige ervaring om plotseling voor een vol legsel te staan, dat daar zo maar als verloren op het strand ligt, doch waarvan de vogel U door allerlei vreemde houdingen en verlammingsverschijnselen poogt af te leiden. De vegetatie is van een grote verscheiden heid en meerdere soorten planten, die zeld zaam in Zeeland, sommige zelfs in Nederland zijn, kunnen er worden waargenomen. Prac- tisch alle zoutplanten zijn aanwezig. Loog- kruid is reeds genoemd, verder Zeeraket met mooie lila kruisbloemen, zeepostelein en zee- melkkruid, laatstgenoemde als familie van de primula's met heel veel rose bloempjes, Schor- rekruid en Zeekraal, Zilte en Gerande Schijn- spurrie, de zeldzame Stijve Vetmuur, Zeeaster en Obione. In Juli en Augustus is een groot gedeelte overtogen met een fijn lila-blauw van bloeiende Lamsoor, waar tussen hier en daar teer rose van het Fraai Duizendguldenkruid. Het schorre doet dan in schoonheid niet voor het Zwin onder en het is geen kunst er de zeer zeldzame Gesteelde Obione te vinden. De on diepe kreekjes zijn er ook op de bodem vol- gegroeid en het water trekt er slechts zeer traag doorheen. In het late najaar krijgen zij door de herfsttinten een mooi kleurenmozaik, rood van Zeekraal en Schorrekruid, grijs van Obione en Zeealsem, een vleugje blauw met geel van Zeeaster, een en ander op een stra mien van diepgroen gras. In het duingedeelte groeien tussen allerlei gewone planten het Glad Parelzaad, de prach tige.Zeewinde en de onvolprezen Blauwe Zee distel. Voor de laatste is het een gelukkige omstandigheid, dat het terrein door betrekke lijk weinig mensen wordt bezocht. Mensen en Zeedistels verdragen elkaar niet al te best. Niet vanwege de scherpe wapens waarmee de Zeedistel uitgerust is, een mes in de hand van de mens is ook een scherp wapen doch vanwege de mooie kleur van blad en bloem, waardoor de mensen zich aangetrokken ge voelen om ze te plukken en mee naar huis te nemen en ze in een vaas te zetten, waar ze niettemin haar mooie kleur heel gauw verlie zen. De Zeedistel is een tweejarige plant, die zich niet vegetatief vermeerdert. Zij moet het dus van het zaad hebben. De planten die wor den geplukt kunnen geen zaad geven en dat betekent dus minder planten in een volgend jaar. Iedereen die in de omgeving van Cad- zand bekend is, weet dat daar na een luttel aantal jaren de Blauwe Zeedistel zeer vermoe delijk zal zijn uitgeroeid. Tenzij het Bestuur van het Waterschap, op dezelfde wijze als op Terschelling, een verordening uitvaardigt, waarbij het plukken en vervoeren van Zee distels wordt verboden en de politie op de naleving voldoende toezicht houdt. Over het schorre verspreid groeien nog Zilte Zegge, Oeders Zegge, Zeerus en Zeebies, als- Lage duinen met duindoornbegroeiing. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 17