No. 2 ZEEUWS TIJDSCHRIFT vaak van een zegen, een vloek wordt. Eén van de gelukkigste vormen van ont spanning bestaat hierin, dat een kern van het volk zelf in één of andere vorm het vermaak verzorgt. Het mes snijdt hier van twee kanten, want tegelijkertijd hebben we hier te doen met een van de edelste vormen van vrije-tijdsbesteding, die een sterk sociaal karakter draagt. III. Agnitio. We bestijgen hier ons stokpaardje, maar tegelijkertijd het gevleugelde ros dat we graag gespannen zien voor de wagen van het amu sement. Drie dochters van Zeus: de muzen Thaleia (de comedie), Melpomene (de tragedie) en Terpsichore (reidans en koorzang), hebben ook in ons Zeeland hun soms wel armelijk gestof feerde tenten opgeslagen, om den volke „le- ringhe ende vermaak" te brengen. Laat ons even binnentreden in de „tempels" van Thaleia en Melpomene, bestaande uit ar melijk ingerichte toneelzaaltjes, herbergen, verenigingsgebouwen, goed en slecht verlicht, slecht of minder slecht verwarmd. Er wordt gewerkt en geploeterd in de dienst der muzen. Sommigen kleden Zeus' dochteren in een behoorlijk C- en Aatje, anderen stellen zich tevreden met een afdragertje van vijf en meer geslachten, uitzonderingen trachten een sierlijk kleed te draperen rond de slanke schou ders der eeuwig-schonen. Ze verdragen het, Thaleia en Melpomene, en dat maakt hen juist zo sympathiek. Zo worden zij den volke getoond, dat zich vermaakt. zonder de armzaligheid van de kledij te zien. een jute-kleed groeit in hun verbeelding tot een hermelijnen mantel. Spreuk terzijde. „Wat valt hier nog te wer ken aan de opbouw, in de vorm van regie- en spelerscursussen IV. Catastrophe. Zo trachten tientallen verenigingen, die de schone muzen „dienen", ons Zeeuwse volk vermaak te schenken. Dit is zeer loffelijk, ver dient onze steun, verdient onze opbouwende belangstelling. Maar: de toegangsprijzen zijn laag, de kosten hoog, reserves gering. De catastrophe volgt, vaak juist als de Mu- zekinderen streven naar een iets stijlvollere aankleding van Thaleia en Melpomene. Immers, als men zich vermaakt, zal men vermakelijkheidsbelasting betalen, dat hoort er zo bij, als de graat bij de vis! Een sluipmoordenaar nadert: de maagd zijgt ineen en zal de volgende keer het met een nog stijllozer kledingstukje moeten stellen. De catastrophe: vermakelijkheidsbelasting. V. Naspel. Volkstoneel: culturele hefboom voor volks cultuur en verantwoord vermaak! Verplichting der overheid: cultiveren van het volkstoneel, het amateurstoneel, door stre ven naar opheffing van het peil en door de financiële nood te verlichten! Want de gelde lijke toestand is over het algemeen zeer critiek en bedreigt het leven van deze tak van volks kunst. Men durft niets meer riskeren en zakt af naar een onverantwoord repertorium, dus „slecht" vermaak! Eerste noodzakelijke maatregel: vrijstelling van vermakelijkheidsbelasting voor plaatse lijke verenigingen! Ik geloof, dat indertijd een ministerieel rondschrijven in die zelfde zin stimuleerde. En als ik goed ben ingelicht heeft Middelburg in Zeeland de leiding genomen, door een verla ging van de vermakelijkheidsbelasting voor de genoemde verenigingen. Dit geeft de burger moed. Ons volkstoneel vraagt om sanering. Laat de overheid beginnen! Thaleia en Melpomene zullen dankbaar zijn, want schoner en aanvaardbaarder zullen ze lachen of schreien en hun tenten zullen zich tooien met bloemen, als ons goede Zeeuwse volk zich vermeien gaat in de tuinen van hun verbeelding. LOUIS LOCKEFEER 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1953 | | pagina 23