ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 3/4
besef bijeen te horen, ondanks alle tegen
stellingen Het Provinciaal Bestuur van na
1945 heeft reeds vele malen blijk gegeven deze
tekenen te verstaan; het stuwt, vaak nog zoe
kend maar de problemen zijn veelvuldiger
en gecompliceerder dan vóór 1940 in deze
richting. Provinciale organen strekken op so
ciaal, planologisch en economisch gebied hun
zorgen over de gehele provincie uit. De land
bouw en de visserij organiseren zich geweste
lijk, de Kamers van Koophandel omvatten
vooral de nog niet in voldoende mate op
Zeeuwse schaal georganiseerde groepen handel
en ambacht. Organisaties op het gebied van
vervoer en recreatie doen hun Zeeuws werk.
Zeeuwse kranten geven provinciale voorlich
ting in de eerste plaats. Ook dit beeld behoort
tot het zich ontwikkelende Zeeland. Vaak kle
ven aan vele dezer dingen nog fouten, maar
de hoofdlijn is klaar en duidelijk. Sociologisch
is dit alles uitermate belangrijk. De streek-
verantwoordelijkheid is groeiende en het be
lang hiervan in deze tijd van nivellering is
door Mr J. Linthorst Homan in dit tijdschrift
(Jaargang 2 no. 3) overtuigend uiteengezet.
Zijn de gegevens uit de laatste twee alinea's
hier nu wel ter zake? Vanzelfsprekend! De
ramp van dit jaar toch heeft de landbouw, de
industrie, het handelsapparaat, het verkeer en
vervoer, het recreatiewezen en de openbare
voorzieningen zware schade toegebracht. Maar
tevens: het besef bijeen te horen is veel sterker
geworden, ook nog door de ramp. De gegroei
de organisatorische paraatheid maakt de over
winning op de elementen zoveel gemakkelijker.
Deze thema's zullen hieronder naar voren ko
men. Maar eerst nog een vraag. Zal Zeeland
zich kunnen herstellen van deze derde ramp
die het in 13 jaar tijds heeft getroffen? De
eerste drie kaartjes geven een beeld van de
aardrijkskundige verdeling van de drie cala
miteiten. Schouwen-Duiveland, St. Philips-
land, een groot deel van Tholen en de stad
Vlissingen blijken twee maal te zijn getroffen.
Kleine delen van Noord-Beveland, Westelijk
Zuid-Beveland rond Goes en een deel van Oost
Zeeuwsch-Vlaanderen zijn in het geheel niet
getroffen, alhoewel juistbij de watersnood
ramp de eerste twee toch ook in belangrijke
mate indirecte schade ondervinden. Wanneer
men nu ziet hoe snel en grondig Zeeland zich
heeft hersteld van de oorlogsschade (kaartje 1
en 2) dan mag men aannemen, dat dit herstel
nog sneller en grondiger kan zijn nu men over
veel betere middelen beschikt en Nederland de
gevolgen veel gemakkelijker kan dragen dan
omstreeks 1945 toen het Nederlandse volk
ook economisch totaal was uitgeput. Dit geeft
mogelijkheden en naar wij menen ook rechten!
Het verkeer en het vervoer vormen de hef
boom van de welvaart en de grondslag van
economische eenheid van Zeeland. Zeer groot
kwaad is dan ook gesticht door het verminken
van het transportapparaat. Wij verwijzen naar
het desbetreffende artikel in dit nummer en
volstaan voor het overige met het noemen van
de belangrijkste punten. De verbinding Vlis
singenNoord-Brabant per spoor en over de
weg is voor enige maanden gesloten, zodat het
verkeer over de Westerschelde en België wordt
geleid. Daarmee ligt Midden-Zeeland in de po
sitie, maar dan veel ongunstiger, waarin in
normale tijden Zeeuwsch-Vlaanderen ligt
n.l. met een verbinding naar Nederland slechts
via de Schelde. Zuid-Beveland is daardoor en
door het uitvallen van de veerdienst Kruinin-
genPerkpolder, het laatste in ieder geval tot
het eind van dit jaar, zeer zwaar getroffen. Op
Schouwen-Duiveland is normaal vervoer ge
heel uitgesloten. De verkeersader Perkpolder
KloosterzandeHulst ligt door het uitvallen
van de veerdienst van en naar Kruiningen ver
laten. Pas na het droogvallen van de polders
om Kruiningen zal men kunnen beginnen een
nieuwe veerhaven te Kruiningen aan te leggen!
De economische gevolgen van deze verkeers-
afsluitingen zijn zeer ernstig. De producten
van land- en tuinbouw, de grondstoffen en fa
brikaten voor en van de industrie van Schou
wen-Duiveland, Noord- en Zuid-Beveland en
Walcheren hebben moeten overschakelen op
60