No. 3/4
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Economisch-geografisch bezien, is de ern
stigste schade geleden op Schouwen-Duiveland
en in Oostelijk Zuid-Beveland, zijnde de ge
bieden die het laatst droog zullen vallen.
Schouwen-Duiveland is als eiland economisch
nagenoeg geheel uitgevallen, evenals de ge
meente St. Philipsland. In de overige gebieden
zal het herstel eerder aan de orde komen, maar
ook daar zullen de gevolgen nog lang merk
baar zijn. Als economische eenheid tenslotte
heeft Zeeland voor de derde keer in dertien
jaar tijds een ernstige slag moeten incasseren.
Nauwelijks zijn de oude wonden hersteld of
opnieuw zijn zij opengereten. De weg naar
herstel zal lang zijn. Het vermogen en het
inkomen van Zeeland zullen nog )aren geredu
ceerd zijn. Zeeland is in grote mate een econo
misch organische eenheid. Schade aan elk on
derdeel deelt zich onmiddellijk en bijzonder
scherp mede aan andere onderdelen. Aandacht
van de Regering voor deze situatie kan niet
nadrukkelijk genoeg worden gevraagd.
In vele gevallen zal men de nood in een
deugd moeten herscheppen, in enkele is er wel
licht sprake van een „blessing in disguise". Zo
is door het Provinciaal Bestuur een reconstruc
tie-commissie voor Schouwen-Duiveland in
gesteld, die op korte termijn zal rapporteren
over het herstel. Dit zal zo ruim mogelijk wor
den bekeken. Aan de orde komen dus sociale
vraagstukken als maatschappelijk werk, wijk
verpleging, sportvelden e.d.; economische pro
blemen als dat van het vervoer, de koplading
bij het veer ZijpeAnna Jacoba, de recon
structie van de vlasnijverheid of de uitbouw
van het recreatie-wezen; voorts de daarmee
samenhangende problemen van de ruimtelijke
ordening, die zich ook bij de herbouw van
dorpen of de aanleg van wegen aan ons op
dringen.
Daarnaast noemen wij nog de vervoersmo
gelijkheden van Zeeuwsch-Vlaanderen via Bel
gië naar Nederland, die voor sommige bedrij
ven in Zeeuwsch-Vlaanderen een aantrekke
lijke oplossing brachten; de spoedige voorzie
ning van Noord-Beveland met leidingwater,
die overigens reeds op komst was; de vorming
van één waterschap althans waar dit gelijk op
Noord-Beveland spontaan naar voren werd
gebracht door de belanghebbenden zelf. Ook
vermelden wij hier nog het verschijnen van
„De Evacuatie-Post" waarmee de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor de Zeeuwse
eilanden velen aan zich verplichtte; nu is het
nog een nooduitgave, maar wellicht kan in de
toekomst hieruit een Zeeuws orgaan voort
komen voor en van de middenstand, zoals b.v.
de landbouw zulke organen kent.
De conclusie kan luiden, dat Zeeland recht
heeft op zo integraal mogelijke schadevergoe
ding. Hierbij denken wij ook aan de exploita
tie-schade. Voor zover deze laatste niet of
slechts ten dele wordt vergoed, dient een an
dere oplossing te worden gevonden n.l. een
extra steun aan deze provincie om haar wel
vaartsbronnen te herstellen en uit te breiden.
Zo dit niet gebeurt verwachten wij een blijven
de inkrimping van de werkgelegenheid.
Er liggen hier vele mogelijkheden. Op land
bouwgebied b.v. ligt de verdere herverkave
ling voor de hand; op verkeersgebied de ver
betering van wegen en bootdiensten; op het
gebied van de electriciteitsvoorziening steun
aan de ontsluiting van onrendabele gebieden
en een redelijke tariefpolitiek; op industrieel
gebied het projecteren van zgn. ontwikkelings
gebieden (op zijn minst Tholen); op visserij-
gebied de modernisering; op het gebied van
het recreatie-wezen de verdere ontsluiting van
mogelijkheden; tenslotte is daar nog de maat
schappelijke reconstructie en de sanering van
de woningbouw. Op deze wijze slechts zal een
nieuw Zeeland herboren kunnen worden, dat
ten volle door de slagen heen is gekomen. Op
deze wijze ook zullen de economische gevolgen
van de ramp worden gecompenseerd en zal
Zeeland met ere een nieuwe plaats gaan inne
men in de rij der provinciën.
65