ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 3/4
positie van de Zeeuwse gemeenten vóór de
ramp niet ongunstig was.
De schade aan goederen van vele gemeen
ten is niet gering. Er zijn dorpen, die voor
twee derde door het watergeweld zijn ver
woest. Evenals ter zake van de schade door
oorlogshandelingen zullen ook thans voor een
aantal gemeenten wederopbouwplannen die
nen te worden ontworpen. Andere schade dan
aan goederen is er bij de gemeente in belang
rijke mate. Als voorbeelden noem ik voedsel-
en drinkwatervoorziening, het bergen van lij
ken en cadavers, het nemen van maatregelen
ter voorkoming van verdere schade, het red
dingswerk, zowel van mensen als van goede
ren, kosten van waterverkeer in geïnundeerd
gebied, tijdelijke huisvesting voor administra
tie en bestuur, bewakingsdiensten, kosten van
opruiming, reconstructie van de administratie,
enz.
Zoals reeds is opgemerkt is de Regering
voornemens de wet financiering wederopbouw
publiekrechtelijke lichamen van min of meer
overeenkomstige toepassing te verklaren.
De gemeentebesturen zullen goed doen alle
kosten van herstel der schade, alsmede de uit
gaven welke overigens uit de ramp voortvloei
en, zo spoedig mogelijk te declareren bij het
bureau financiering wederopbouw. Het is
voorts van belang daarbij een verzoek om
voorschotten te voegen. Immers de financie
ring van allerlei uitgaven stelt hoge eisen aan
de gemeentelijke kassen en het aantrekken van
kasgeld vergt rente. Deze rentelast kan men
beperken door tijdig voorschotten te vragen.
De terugkeer van de geëvacueerde bevolking
is niet slechts afhankelijk van het droog
vallen, maar daarvoor zal het tevens nodig zijn
dat er zo snel mogelijk woningen worden ge
bouwd, in de plaats van de vernielde woon
ruimte. De herbouw van boerderijen en andere
bedrijfspanden ligt in het zelfde vlak. Het
provinciaal bestuur heeft daarop reeds binnen
een week na de rampnacht aangedrongen. De
uitlatingen van Regeringspersonen ter zake
van de mogelijkheid om binnen het raam van
het nationale budget de herbouw snel tot stand
te brengen zijn bemoedigend. Het laat zich
aanzien, dat niet als na de bevrijding de cen
tralisatiegeest het plaatselijk initiatief van de
kaart zal vegen. Tevens is het te hopen, dat
Zeeland niet als toen tegen de zin van de
meeste gemeentebesturen wordt gezegend
met noodwoningen.
Zolang de zwaar getroffen gemeenten niet
zijn herbouwd derft de gemeente inkomsten
ter zake van de heffing van verschillende be
lastingen. Van Rijkswege zal in het gemis de
zer inkomsten wel worden voorzien, op over
eenkomstige wijze als na de bevrijding in de
toen geëvacueerde gebieden van ons land is
geschied.
De voornaamste bron van inkomsten der ge
meente bestaat in uitkeringen uit het gemeen
tefonds. Dit fonds geniet de opbrengst van de
hoofdsommen van de grond- en personele be
lasting en daarnevens een procentueel aandeel
in de opbrengst van het belangrijkste deel van
het rijksbelastingstelsel. De inkomsten van het
gemeentefonds zullen worden beïnvloed zij
het in geringe mate door de gevolgen van
de watersnoodramp. Hierdoor worden echter
alle Nederlandse gemeenten getroffen.
De herbouw zal in zeer vele gevallen ge
paard moeten gaan met verbetering. De door
deze verbetering veroorzaakte meerdere kos
ten zullen ten laste van de gemeente blijven.
Verder zal in vele gevallen op de gemeente
blijven drukken een aftrek wegens „nieuw
voor oud". Al met al zullen de zwaar getroffen
gemeenten in financieel opzicht een moeilijke
tijd tegemoet gaan. Wanneer van rijkswege de
kosten van de wederopbouw in voldoende ma
te worden vergoed, en het Rijk de kosten van
andere schade dan aan goederen overneemt,
zal de taak van de gemeentebesturen zwaar
maar mooi zijn en zal de financiële zelfstan
digheid der gemeente kunnen worden behou
den.
Wat de provinciale financiën aangaat is er
als gevolg van de ramp schade, zowel door
70