Landbouwkundige en cultuurtechnische herstelmaatregelen als gevolg van de overstromingsramp No. 3/4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT schillende eilanden beginnen reeds het beeld te vertonen, dat ze in hoofdzaak nog hebben. De kaarten van Visscher uit de 17e eeuw en die van de Hattinga's uit de 18e eeuw geven, de eerste meer schematisch, de tweede meer nauwkeurig, een beeld van de voortgaande landaanwinning. Het proces van de eenwor ding der tegenwoordige eilanden ging voort: het poldergebied van Nieuw- en St. Joosland werd met het eigenlijke Walcheren verenigd, Wolf aartsdijk geraakte met Zuid-Beveland verbonden, Schouwen en Duiveland werden door het verdwijnen van het Dijkwater tot één eiland. En Zeeuwsch-Vlaanderen zag door inpoldering de diep in het land indringende stroomarmen zoals het Zwin en het Hellegat verdwijnen. ten koste meermalen van de scheepvaartgelegenheid der kleine stadjes. Waar we op een polderkaart van Zeeland lange, smalle rijen van kleine poldertjes zien, lagen eens de oude stromen. Een nieuw stadium in de eenwording is be reikt; de verschillende delen en eilanden der provincie groeien naar elkaar toe. De afslui ting van de Braakman betekent de unificatie van Zeeuwsch-Vlaanderen; tussen Walcheren en Zuid-Beveland werden in de periode 185 41891 reeds 1314 ha gewonnen en de pas ten zuiden van de Sloedam bedijkte Quarles- polder koppelde de eilanden hechter aaneen. De watervlakte tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant werd in de periode 1851 1924 niet minder dan 2677 ha kleiner. Eén en nauw verbonden wil Zeeland blijven met overig Nederland. Het verheugt niettemin een Zeeuw, als hij kan constateren, dat on danks vele tegenslagen zijn gewest naar groter eenheid groeit: door de landaanwinning, door betere verkeersmiddelen, door een wassend provinciaal besef. Dat het daarbij nadeel zou ondervinden van een dodende uniformiteit, valt voorshands niet te vrezen. door Ir Post AAST het grote onherstel bare verlies in de rampnacht van Februari 1953 aan het Zuidwestelijk deel van ons land en in het bijzonder aan de provincie Zeeland toe gebracht is er veel schade van materiële aard, die als herstelbaar kan worden gekenmerkt. Daar het landbouwbe drijf t.o.v. andere bedrijfstakken in dit deel van Nederland van overwegende betekenis is, spreekt het wel vanzelf, dat een belangrijk deel van de toegebrachte schade ligt op het terrein van de landbouw en daarvan afhankelijke be drijven, instellingen en diensten. Het valt bui ten het bestek van dit artikel over het gehele brede vlak van dit sociaal-economische gebied mededelingen te doen en aan te geven op welke wijze het herstel aangepakt zal worden. Ik zal mij dan ook beperken tot het landbouw- herstel in beperkte zin, waarmede bedoeld wordt: ie. landbouwkundig en cultuurtechnisch her stel van de landbouwgronden. 2e. het uitvoeren van wettelijke maatregelen betreffende rijksbijdragen in de geleden „landbouwschade", waarbij onder „land- bouwschade" verstaan wordt de schade aan bedrijfsinventaris, levende have, voorraden, te velde staande gewassen, boom- en fruitopstanden e.d. Tot het landbouwherstel dient niet gerekend 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1953 | | pagina 37